Van Chronisch Moe naar Topfit
Als je me door de bergen ziet hardlopen op tochten van 50km zou je het niet zeggen, maar ooit was ik chronisch vermoeid. Niet in staat om een rondje door de straat te lopen, een gesprek te voeren, te lezen, noem het maar op.
Inmiddels ben ik meer dan hersteld, maar dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad.
Het werd niet alleen een weg naar gezondheid, maar vooral een weg naar geluk, innerlijke rust en zelfliefde.
Hieronder lees je mijn verhaal.
Voorwoord
Er zijn van die momenten in het leven die je veranderen. Momenten die je zodanig raken dat ze iets opschudden in je systeem. Soms omdat ze zo ontzettend mooi zijn, maar net zo goed omdat ze erg pijnlijk kunnen zijn.
Gebeurtenissen kunnen je doen inkrimpen of doen opbloeien, afhankelijk van hoe je erop reageert, van hoeveel ruimte er is om veilig te voelen wat je voelt. In mijn ogen vormen ze samen een uitnodiging, om te groeien, om dichter bij jezelf te komen. Om voluit in het leven te staan, nog meer dan je al deed.
Ik weet in ieder geval zeker dat ieder moment dat ik hieronder beschrijf, mij uiteindelijk heeft geholpen om te groeien. Zonder die momenten was ik niet geweest wie ik nu ben en zou ik waarschijnlijk niet het pad bewandelen wat ik nu bewandel. Misschien vind je herkenning in de gebeurtenissen die ik omschrijf, omdat jij hetzelfde meemaakte, hetzelfde dacht of voelde.
Iedere herinnering heb ik afgewisseld met mijn reflectie vanuit het nu, aangevuld met verklaringen en kennis die ik inmiddels heb opgedaan. Immers: life can only be understood backwards. Die dingen waarvan je geen idee hebt waarom dit jou nu weer overkomt, kunnen achteraf gezien toch cruciale momenten in je leven zijn. Al die uitdagingen hebben samen geleid tot iets heel erg moois. Tenminste, zodra ik bereid was om de diepte in te duiken.
Ik hoop dat mijn verhaal je inspireert om ook verder te groeien en dichter bij jezelf te komen. Ook als je denkt dat je er al bent, of vindt dat je er al moet zijn. Het leven nodigt je toch keer op keer uit, juist aan de hand van die dingen die jou raken op je pijnpunten, om weer een beetje verder te groeien.

Dat is wat ik iedereen gun:
Een leven vol groei. Waarin je echt lekker in je vel zit en je volop energie en vervulling ervaart. Waarin je uitdagingen ziet voor wat ze zijn en je emoties kunt doorvoelen in plaats van vastzetten. Een leven waarin je niet alleen een solide basis in jezelf hebt gevormd waarop je altijd kunt terugvallen, maar waarin je ook in staat bent om je eigen keuzes te maken, je hart te volgen, je afgestemd bent op je intuïtie en je kunt doen wat écht goed voelt.
Dat is in ieder geval het pad wat ik zelf zo veel mogelijk probeer te bewandelen, met vallen en opstaan. Ik weet in ieder geval zeker dat ik niet anders meer zou willen.
Het leven is niet altijd makkelijk. Maar wanneer jij durft te vertrouwen kan het ontzettend mooi zijn.
1
Als ik nou héél snel omkleed na de gymles en dan héél snel naar huis ren, dan gebeurt het vandaag misschien niet. Misschien ben ik mijn klasgenoten (die vaak op de fiets zijn) wel voor en kan ik veilig thuiskomen. Ik zit op de basisschool en het gymlokaal is aan de andere kant van het dorp. Dat ik gepest word ben ik inmiddels wel gewend, maar dit wekelijkse moment vind ik vaak het ergste.
Ik heb sowieso een hekel aan de gymles, behalve als we gaan turnen of hardlopen. Dat doen we helaas maar een paar keer per jaar. De coopertest is mijn favoriet, daarna de shuttlerun en daarna lekker zwieren aan de ringen. Als er een bal aan te pas komt dan ben ik degene die als laatst wordt gekozen in een groepje, ik vind dat soort sporten sowieso echt niet leuk en ik heb een hekel aan het gedrag van de anderen als er wordt verloren. Ze geven dan altijd iemand de schuld en ik ben zo bang dat ik dan de schuld krijg.
Zodra de les is afgelopen begint mijn ritueel. Doen alsof ik geen haast heb, hopen dat het niet opvalt dat ik wel haast heb, maar in de tussentijd alles efficiënt doen en hopen dat de jongens uit mijn klas niet. eerder. klaar. zijn.
Als er eentje eerder klaar is, of als ik te weinig voorsprong heb, dan kan ik erop rekenen dat ze achter me aan komen met de fiets en me dan gaan uitschelden. Op school word ik ook elke dag uitgescholden, maar dan ben ik in ieder geval op school. Dat voelt veiliger dan gewoon midden op straat. Die ene keer dat ze achter me aan kwamen na school en spullen van me af probeerden te pakken ben ik niet vergeten, en dan was het ook nog een jongen die dit deed, die ik enigszins vertrouwde.
Ik schaam me, voel me alleen en het maakt me intens verdrietig en boos. Uiten hoe ik me erbij voel maakt het pesten trouwens alleen maar erger, dus dat laat ik achterwege. Ik krop het allemaal op en probeer het dan maar te vermijden. Volgens de school moet ik ‘weerbaarder’ worden, maar hoe doe je dat als je alles aanvoelt zonder dat je weet hoe je met al die gevoelens om moet gaan? Doen alsof het er niet is, werkt dus niet. Voor ik het weet heb ik de subtielste verandering in energie al opgemerkt en ben ik alert.
Ze schelden me trouwens uit omdat ik zo hard kan rennen en fietsen, daarom noemen ze me Harley en sinds kort roepen ze dit ook tegen mijn ouders. Dat vind ik nóg erger. Dat ik gepest word is tot daar aan toe, maar ze moeten mijn ouders er niet in mee gaan nemen. Ik schaam me kapot, waarom kan ik dit niet oplossen?
2
Gepest worden is iets wat je enorm pijn kan doen. Ook al is er niemand die jou écht kan raken in jouw ZIJN, voelt het wel zo wanneer je wordt gepest. Je basisveiligheid wordt aangetast en je krijgt het gevoel dat jij er niet mag zijn zoals je bent. Jij doet er niet toe, bent niet goed genoeg, hoort er niet bij… Je kunt eigenlijk niet veel anders dan zo’n overtuiging aannemen wanneer het pesten door blijft gaan en jouw vecht/vluchtreactie niet helpend is. Immers – als je wegvlucht komen ze bijvoorbeeld achter je aan, of het begint de volgende dag gewoon weer opnieuw. Vechten zou ook kunnen, bijvoorbeeld door iets terug te zeggen of op een andere manier voor jezelf op te komen. Maar lukt dat, als kind in je eentje terwijl je door een groep wordt gepest? Meestal niet.
Ik neem je even mee verder je zenuwstelsel in, want zodra er een stressor is (pesten, in dit geval), en vechten of vluchten niet werkt… Dan blijven er nog maar twee overlevingsmechanismen over die je kunt toepassen, namelijk de freeze of de fawn respons.
Een freeze gaat gepaard met een disconnectie van je zelf, alsof je er niet bent, uitgeschakeld. Je kunt minder helder nadenken, je dissocieert, weet niet meer wat je moet doen en keuzes maken is lastiger. Fysiek voel je je vaak verkrampt.
Bij een fawn respons ga je juist pleasen of jezelf enorm aanpassen om conflict te voorkomen. Op zo’n manier dat het ten koste gaat van jezelf. Je leert dat de behoeften van anderen vóór die van jou zelf gaan.
Natuurlijk is het alleen pesten wat dit veroorzaakt. In iedere stressvolle situatie waarbij vechten of vluchten niet helpt en er geen adequate, veilige ruimte is voor jouw emoties, treedt bovenstaand mechanisme op.
…en daarnaast: op een zwakke fundering kun je niet zo goed bouwen. Ikzelf was bijvoorbeeld al behoorlijk onzeker voordat ik op school kwam. Ik had geen sterke basis, en kon daarom juist zo goed geraakt worden.
Mede door deze combinatie heb ik geleerd hyperalert te worden op de signalen die anderen afgeven. Eigenlijk checkt mijn systeem continu of ik wel veilig ben – iets wat veel van mijn klanten ook hebben. Zit iemand niet lekker in zijn vel? Dan voel ik dat aan. Irriteert iemand zich? Valt mij ook op. Vroeger had ik hier enorm last van, want alles wat ik oppikte? Dat trok ik mezelf aan. Direct was daar dat gevoel weer dat ik niet gewenst was, werd ik weer dat meisje wat werd gepest.
Inmiddels kan ik nog steeds haarfijn aanvoelen (iets wat me zeker helpt in mijn werk als coach en breathwork facilitator), maar raakt dat wat ik voel me niet meer persoonlijk. Hierdoor heb ik altijd een vrije keuze. Ik kan doen wat ik wil met de informatie die ik oppik. Ik kan het laten gaan, ik kan de ander helpen, ik kan het benoemen, ik kan weggaan uit de situatie. Het gaat niet langer ten koste van mijn energie en dat is enorm veel waard!
Dit is iets wat ik ook mee probeer te geven aan mijn zoontje. Enerzijds door hem te leren hoe je omgaat met bijvoorbeeld vervelende opmerkingen of mensen waarvan je voelt dat ze niet lekker in hun vel zitten. Maar ook door het te hebben over zelfliefde.
Wanneer ik bijvoorbeeld tegen mijn zoontje zeg dat ik trots op hem ben en dat ik van hem houd, stel ik hem ook de vraag of hij trots is op zichzelf en of hij van zichzelf houdt. Zo leer ik hem het te vieren wanneer je iets hebt gedaan wat je moeilijk vond (en daar mag je dan ook zeker trots op zijn). En als iets niet lukt, een ander vindt dat je iets niet goed doet, enzovoorts? Dan mag je er nog steeds helemaal zijn.
3
‘Hier is een klankstaaf, doe deze maar na.’ Mijn ouders hebben mijn docent op de basisschool verteld dat ik niet van muziekles houd. De betreffende docent, een groot liefhebber van muziek die regelmatig zijn klarinet tevoorschijn trekt tijdens de lessen, heeft me apart genomen in de hal van de school.
Het is een lieve man, heel betrokken bij zijn klas, altijd aardig en geduldig. Bij hem hoef ik niet zoveel op mijn hoede te zijn.
Maar daar zit ik dan. Hij vraagt me om een klankstaaf na te doen. Maar hoe doe je dat?? Ik heb werkelijk geen idee en ik kan me niet anders voorstellen dan dat ik dit dus echt heel erg fout ga doen. Ik zie mezelf extra goed op de gezichtsuitdrukking van mijn leraar letten. Doe ik wat hij van me verwacht? Heb ik het goed gedaan? De beste man weet zijn gezicht ultiem in de plooi te houden en er valt letterlijk niks van af te lezen, iets wat me nog meer frustreert dan deze opdracht.
Waarom moesten mijn ouders dit nou ook aangeven? Waarom laten ze me niet gewoon mijn tactiek uitvoeren van met muziekles doen alsof je meezingt zonder geluid te maken? Ik heb ze niet verteld dat ik dat doe, maar ik ben er wel erg goed in geworden. Het is dan ook nog nooit iemand opgevallen dat ik in werkelijkheid helemaal niet ‘echt’ meedoe en dat houd ik graag zo.
Het idee dat ik verraden ben begint in me op te borrelen. Ik wil dit niet. Ik wil hier niet zitten en laat hem alsjeblieft weggaan met die stomme klankstaaf. De volgende keer dat ik ergens mee zit, ga ik het dus NIET vertellen want dan gebeurt dit weer.
4
Het grappige is dat ik tot op de dag van vandaag niet zou weten hoe je een klankstaaf nadoet. Daarnaast heb ik geen idee welke terugkoppeling mijn docent toentertijd aan mijn ouders heeft gegeven. In ieder geval ben ik niet extra gestimuleerd tijdens de daaropvolgende muzieklessen en ik acht de kans zeer groot dat hij gewoon heeft geaccepteerd dat er geen verborgen muzikaal talent in mijn schuilde. Iets waar ik volledige vrede mee heb trouwens. Iedereen heeft weer andere talenten.
Toch was dat moment daar in de hal met de klankstaaf een enorm ongemakkelijk moment voor me. Alsof ik uit mijn veilige verstopplek was gehaald en nu ineens werd gezien, terwijl ik dat helemaal niet wilde. Het had een kans kunnen zijn om mij vaker en verder uit dat veilige hoekje te halen, om me door het ongemak heen te laten gaan. Maar dat is niet gebeurd.
Waarom niet? Waarschijnlijk omdat ik het verder prima deed op school. Al is ook dat natuurlijk een gok, want ik heb het nooit gevraagd. Mijn beschermingsmechanisme van alles goed doen en zo min mogelijk proberen af te wijken of op te vallen, was in die zin erg effectief en dat is het ook lang geweest.
Totdat ik tijdens mijn herstel van ME/CVS vele jaren later werd gedwongen om te kijken naar wat IK belangrijk vond. Tot ik besloot te gaan ondernemen en iets te gaan doen waar mijn hart naar uitging. Op dat moment moest ik mezelf wel veel meer gaan laten zien én horen, hoe breng je anders je boodschap effectief over?
Ik kan je vertellen – dat is best een struggle geweest. Ik moet dan ook altijd een beetje lachen wanneer mensen zeggen dat ik zo relaxed in de camera praat, dat ik fotogeniek ben, of altijd de juiste woorden weet te vinden. Je moest eens weten, denk ik dan. Mijn schoolfoto’s vertellen een compleet ander verhaal!
Het is enorm waardevol om te kunnen zeggen wat je er écht van vindt, te gaan staan voor datgene waar jij voor staat. Ook al ben je de enige die er op die manier naar kijkt. Dat maakt jou authentiek en zet juist anderen aan het denken. Maar je loopt ook de kans dat anderen je afkeuren, en zolang je bang bent voor die pijn, blijf je jezelf aanpassen. Dan blijf je bevestiging of goedkeuring zoeken in anderen.
Hoe meer je als kind hebt gevoeld dat je er niet toe deed, dat jouw visie niet belangrijk of te afwijkend was, of je hebt gehoord dat jouw gevoel niet klopte (ook al klopte het wel degelijk), hoe meer je kunt gaan twijfelen aan jezelf.
Dan stop je je gevoel weg en daarmee stop je vaak ook je eigen stem weg. Tel daarbij de onderliggende overtuiging op dat je ‘niet goed genoeg’ bent of ‘er niet toe doet’ en je gaat je meer en meer aanpassen aan anderen. Aan wat ‘hoort’. Je kunt wel spreken, maar niet helemaal met JOUW stem, niet met die passie en het gevoel wat in je huist.
Het is zo bijzonder om te zien wat er gebeurt wanneer je helemaal durf te zijn en te laten horen wie je bent. Dan sta je er echt. Dan maakt het zoveel minder uit wat anderen eventueel van je vinden, want je hebt hen niet nodig om te voelen dat je er mag zijn.
5
Ik sta bovenop het podium, vijftien jaar oud, er wordt een dikke gouden medaille om mijn nek gehangen van het soort wat je alleen op het NK kunt verdienen. Enerzijds ben ik blij dat ik heb gewonnen, anderzijds is er een stukje in mij wat twijfelt. De echt goede zwemmers hebben vandaag vast gewoon niet meegedaan. Toch ben ik eerste geworden op het Nederlands kampioenschap. Op de langste afstand in het binnenbad, de 1500 meter vrije slag.
De dagen hiervoor heb ik echt bagger gezwommen, vind ik zelf. Ver onder mijn PR’s op de 400 en 800 meter vrije slag. Eigenlijk had ik weinig hoop voor vandaag, maar op de een of andere manier is het gelukt. Mijn moeder grapt nog dat dit komt omdat we naar het Van Gogh museum zijn geweest terwijl ik daar helemaal geen zin in had. In Amsterdam komen we tenslotte niet zo vaak, dus van deze Nederlands kampioenschappen hebben we een uitje met het gezin gemaakt.
Natuurlijk heb ik het wel goed gedaan, ik heb die titel helemaal verdiend. Mijn tussentijden waren prachtig constant en ik had met mijn vader afgesproken dat hij alleen een seintje zou geven wanneer ik de tussentijden die ik wilde niet zou halen. Hij heeft geen een keer hoeven seinen en ik heb met een flinke voorsprong gewonnen.
Mijn vader is trots, ook omdat hij naast Marcel Wouda stond tijdens mijn race. Dat maakt indruk op me, want jeetje, die man was in mijn jeugd mijn grote zwem voorbeeld! En die heeft mij dus ook zien zwemmen? Toch neemt de schaamte het van mij over op het podium. Daar sta ik dan in mijn half natte clubtenue, een korte broek en een veel te groot shirt. De anderen hebben de mooiste trainingspakken, maar dat hadden ze bij onze Zeeuwse club allemaal niet. Sowieso ben ik niet zo’n fan van onze club, aangezien ik op dat moment een van de weinigen ben die zich richt op de lange afstanden. Dat houdt in dat de trainingen die ik krijg gericht zijn op kortere afstanden en dat helpt mij natuurlijk niet, maar ja: ‘daar kunnen ze geen rekening mee houden’. Dat ik een van de meest gemotiveerde leden ben, lijkt niet mee te tellen. Ik vraag me al een tijdje af in wat voor bochten ik mezelf nog kan wringen voordat ze me wél serieus nemen.
Ik word me er op dat moment al bewust van dat ik eigenlijk helemaal niet zo trots ben dat ik heb gewonnen. Ruimte voor echte blijdschap is er niet, daarvoor ben ik teveel op mijn hoede, zo bewust van alles om me heen. Ik voel me eerder wat afgevlakt. Alsof ik gewoon mijn doel heb gehaald en ik weer door kan naar de volgende, verdergaan met de strijd. Het liefste wil ik in de Nederlandse selectie zwemmen, maar daarvoor heb ik nog flink wat te trainen. In mijn hoofd begint zich alweer een plan voor de komende tijd te vormen, om nóg meer trainingsuren te maken en vooral nog harder te trainen. Aangezien er weinig ruimte is voor mijn doelen binnen de zwemclub, voelt het alsof ik hier toch alleen voor sta. Ook al doen mijn ouders er alles aan om me hierbij te helpen. Ze rijden me naar het 50 meter zwembad in Antwerpen en voorzien me van allerlei trainingsschema’s (waarvan ik altijd alleen de zwaarste uitkies).
Ik hoop maar dat het niet in de krant staat dat ik heb gewonnen, want dan krijg ik dat op school ook weer te horen…
6
Wanneer je ontzettend fanatiek met iets bezig bent en je er je hele hebben en houden in stopt, dan wordt dat een onderdeel van je identiteit. Zwemmen voelde in het begin zo ontzettend fijn, het was een uitweg, in het water voelde ik me vrij. Ik was zwemmen. Maar hoe harder die innerlijke overtuiging begon te werken, hoe meer mijn identiteit begon te bestaan uit hoe goed ik kon zwemmen.
Als ik zomaar voor mijn plezier zou ronddobberen in het water, voelde dat niet oké. Verre van. Het plezier wat ik erin had werd meer en meer opgeslokt door een prestatiedrang. Niet een die vanuit mijn ouders kwam overigens, iets wat vaak werd gedacht of gezegd. Dit was mijn interne drijfveer, ik moest dat van mezelf.
Totdat ik het niet meer kon.
In totaal ben ik zo’n negen tot tien jaar lang chronisch vermoeid geweest, met ups en downs. Van hele, hele diepe dalen waarin ik eigenlijk niks meer kon, tot periodes waarin ik wel oké functioneerde en mijn leven weer probeerde op te bouwen. In mijn herinnering zijn sommige periodes nog steeds één zwart gat, waaruit ik me slechts flarden herinner. Inmiddels kan ik zeggen dat rond mijn vijfentwintigste de echte omslag kwam tijdens de laatste terugval, toen kreeg ik pas door wat er nu eigenlijk echt voor nodig is om jezelf beter te gaan voelen. Om de energie te laten stromen.
Het gekke is dat ik al die tijd op een dieper niveau wist dat ik meer energie kon hebben, dat ik mezelf beter kon voelen. Ook al vertelden zo veel mensen me dat dit niet mogelijk was.
Ik heb de gekste beperkingen naar mijn hoofd geslingerd gekregen. Ik blijf het apart vinden dat we liever tegen iemand zeggen dat ze maar rekening moeten houden met het ergste, dan dat we iemand hoop geven op een betere toekomst.
Zijn we als maatschappij dan zo in angst gegrond? Zijn we bang om hoop te geven aan een ander, omdat we zelf niet durven vertrouwen op een mooie toekomst? Of omdat ze ons dan misschien zullen verwijten dat we het niet bij het juiste eind hadden? Ik denk dat maar weinig mensen zullen klagen dat het resultaat beter is dan verwacht.
Wat had ik toen graag gewild dat iemand mij hoop had gegeven, ook al kan ik nu zeggen dat het voor mij beter is geweest dat ik het niet heb gekregen. Die hoop had ik waarschijnlijk niet durven hebben. Ik zou de conclusie hebben getrokken dat verbetering voor mij niet was weggelegd, en ik was daarnaast keihard gaan werken om ‘beter’ te worden op precies dezelfde manier waarmee ik mezelf in de prak had geholpen.
Dat was namelijk de story of my life, het verhaal waar ik later pas achter kwam in de periode waarin ik écht aan mezelf werkte. Enerzijds niet geloven dat je het waard bent en anderzijds keihard werken om het tegendeel te bewijzen. Om zo weliswaar heel veel te bereiken, maar nog steeds diep vanbinnen het gevoel te houden dat je niet goed genoeg bent. Vervolgens legde ik de lat gewoon weer wat hoger – ik had immers nog steeds niet dat voldane gevoel waarnaar ik verlangde.
Wist ik veel dat dat niet echt een gezonde manier van zijn was. Hoe kon ik weten dat echte goedkeuring, er écht mogen zijn, goed genoeg zijn, gewoon vanuit jezelf kan en zelfs moet komen? Dat niemand anders jou ooit dat gevoel voldoende kan geven om er volledig op te vertrouwen? Ik was opgegroeid in een fijn gezin, maar waar wel de nodige patronen aanwezig waren waarin ik mezelf als enig kind met de nodige hooggevoeligheid staande moest zien te houden.
Patronen, waardoor ik als kind niet de houvast en veilige basis heb gehad die ik nodig had. Iets wat mijn ouders op hun beurt ook gewoon over hadden genomen van hun ouders. Waardoor ik dus niet leerde écht op mezelf te vertrouwen, maar ik in plaats daarvan overtuigingen overnam en ontwikkelde waaruit onzekerheid en perfectionisme het gevolg waren. Iets wat vanuit mijn omgeving werd bevestigd in de vorm van pesten en het prijzen van prestaties.
Ieder mens heeft als kind een bepaalde pijn ervaren waarin hij of zij niet voldoende gezien is, waarbij geen veilige basis kon worden geboden om dit te doorvoelen. Die pijn is daarmee blijven hangen, aan de hand daarvan heb je een conclusie over jezelf getrokken en daaromheen is een zeer ingenieus mechanisme ontwikkeld. Een mechanisme waarbinnen jij je zelf-geconcludeerde tekortkomingen probeert te compenseren en tegelijkertijd probeert die pijn nooit meer te voelen.
Maar wat gebeurt er wanneer je uit alle macht niet aan roze olifanten probeert te denken? Je ziet ze overal, hoe hard je ook werkt. Misschien lukt het je een hele tijd om geen roze olifanten op je pad te laten komen, maar wanneer het wél gebeurt, voel jij je ‘pijn’ weer en ben je voor je gevoel terug bij af. Waardoor je nog harder gaat werken om de roze olifanten te vermijden…
…en dat terwijl je niet weet dat roze olifanten niet de bedreiging zijn, waar je bang voor zou moeten zijn. Wat een enorm energielek ontstaat er dan!
Ik noem het hier roze olifanten om er een algemeen voorbeeld van te maken, maar dit is hoe het bij mij letterlijk ging:
Ik voelde me niet goed genoeg in mijn ZIJN. Die pijn wilde ik nooit meer voelen en tegelijkertijd had ik het diepe verlangen om wel goed genoeg te zijn. Hier was ik me overigens totaal niet bewust van.
Ik ging dus heel hard werken om te bewijzen dat ik goed genoeg was (ook dat had ik zelf niet door). De goedkeuring van buitenaf kwam wel, maar omdat IK geloofde dat ik niet goed genoeg was, bleef ik in die cirkel hangen. De lat legde ik telkens een stukje hoger. Dit is een patroon wat ik tot mijn zestiende in stand heb kunnen houden, en wat ik daarna nog heel lang heb geprobeerd weer terug te krijgen. Blijven compenseren is nu eenmaal een stuk gemakkelijker dan aankijken wat er écht gebeurt en de bijbehorende pijn doorvoelen.
Ik had in te zien én te voelen dat de conclusie die ik over mezelf op onbewust niveau had getrokken, niet klopte. Ik mocht mezelf anders gaan benaderen, ik mocht mezelf goedkeuring leren geven.
Wat gebeurt er dan met dat hele compensatiemechanisme? Dat valt weg. Het wordt overbodig, naarmate jij er meer voor jezelf leert zijn en jezelf volledig accepteert zoals je bent. Langzamerhand leerde ik dat ik niet langer bang hoefde te zijn om niet goed genoeg te zijn, en dus kon ik me ook compleet anders gaan gedragen.
Het leven ziet er zó anders uit wanneer je niet langer steeds aan het strijden bent. Je kunt je dan weer afvragen wat JIJ eigenlijk wilt, je durft keuzes te maken die goed voelen, je bent niet meer eindeloos aan het piekeren, enzovoorts. Pas dan kom je erachter dat je lange tijd vooral vanuit angst hebt geleefd, niet vanuit rust, vertrouwen en vrijheid.
…en dat al die manieren waarop je in het verleden rust, vertrouwen en vrijheid hebt proberen te verkrijgen, eigenlijk ook voortkwamen vanuit angst. Waardoor het niet voor je werkte.
7
Ik ben zestien en ik ren huilend het kantoortje van de sportcardioloog uit. Wat hij precies tegen me heeft gezegd weet ik niet meer, maar het is voldoende om mij flink overstuur naar het toilet te laten vluchten. Dat stukje rennen doe ik op pure adrenaline, want echt hardlopen, fietsen of duursporten kan ik nauwelijks meer. Het is de zoveelste keer dat een arts me een boodschap geeft waar ik niets, maar dan ook helemaal niets mee kan.
In de afgelopen maanden heb ik al te horen gekregen dat mijn vetpercentage wat aan de hoge kant is voor iemand die zoveel traint als ik. Er is me verteld dat er niets mis met me is, dat het allemaal tussen mijn oren zit, dat er misschien tóch een afwijking aan mijn hart is (wat later niet zo blijkt te zijn), en dat als ik zo door ga, het echt niet goed met me gaat komen.
Daar in die wc voel ik me volkomen wanhopig en verward. Ik heb werkelijk geen idee wat er met me aan de hand is, ik weet alleen dat mijn lichaam meer en meer ophoudt te functioneren. Alsof ik een energietankje heb wat langzaam leegloopt, zonder dat het op kan worden gevuld. Ik vind het doodeng, want niemand lijkt te weten waarom dit gebeurt en al helemaal niet wat we hieraan kunnen doen.
In de tussentijd valt mijn hele, zorgvuldig opgebouwde leven in duigen. Wat ik het allerliefste doe, zwemmen, mijn enige uitlaatklep, kan ik al nauwelijks meer. Hoezo werd ik vorig jaar nog Nederlands kampioen op de 1500 meter vrije slag, en zit ik nu hier bij een of andere lompe arts die geen idee heeft hoe je met emoties omgaat?
In de weken hierna zal ik nog veel vaker wisselende berichten te horen krijgen terwijl ik aftakel tot, voor mijn gevoel, een soort kasplantje. Ik word in de MRI scan gelegd om te kijken of ik misschien een hersentumor heb – gelukkig niet, maar als het wél het geval was geweest dan was het waarschijnlijk goed te opereren. Fijn, maar wat moet ik daar nou weer mee? Het voelt ook wel bijzonder dat mede-zwemmer Maarten van der Weijden aan mijn bed in het ziekenhuis komt en een ballon in de vorm van een eend meeneemt. Maar eigenlijk ben ik te ver in de war, te ver afgetakeld om een gesprek met hem te voeren. Bovendien – als hij komt, dan moet ik wel iets van kanker hebben, toch?
De endocrinoloog wil daarnaast graag mijn bijnieren ‘even’ helemaal stilleggen om te kijken of mijn hypofyse wel goed werkt, een ziekenhuisopname van 2 dagen. Dat doen we dus blijkbaar maar, want die zal het wel weten, toch? Van beroerd, ga ik daar naar nog veel beroerder. Op de laatste dag stoppen ze me vol met medicatie om de boel weer aan te zwengelen (zo voelt het ook letterlijk, want veel leven zit er niet meer in me). Om vervolgens te concluderen dat er niets mis met me is, alweer. De letterlijke woorden die ik te horen krijg zijn dat het tussen mijn oren zit, ik maar vijf kilo moet aankomen, een half jaar wachten en dan komt het wel goed.
Alles in mij wil schreeuwen dat ze het gewoon echt niet begrijpen. Dat het sukkels zijn. Ze hebben toch geneeskunde gestudeerd? Dat je iets niet weet of niet kunt vinden betekent toch niet dat het niet bestaat!? Het is een strijd die ik wel wil voeren, maar niet kan. Een strijd voor mezelf, voor iets wat belangrijker is dan ooit, maar waarvoor ik letterlijk niet de energie heb.
Ik ben op een gegeven moment nauwelijks meer in staat om de trap op te lopen. Als ik opsta moet ik minstens een minuut wachten tot het zwart voor mijn ogen weg is getrokken (me angstvallig vasthoudend), vervolgens kan ik naar het toilet strompelen en als ik daar klaar ben begint hetzelfde liedje weer. Opstaan, wachten, terug naar de bank. Een rondje wandelen in de straat? Dat gaat niet meer. Mijn arm optillen om mijn tanden te poetsen is een pijnlijke gebeurtenis geworden.
Ik ben nog maar zestien. Volgens mij denken mijn klasgenootjes en zwemmaatjes dat ik gewoon lekker thuis ziek lig te zijn, want ja, Marinka is moe. Dus die ligt dan te relaxen en uit te rusten? Ik trek zelf de conclusie hoe ze over me zullen denken. Eigenlijk vind ik mezelf een luilak die de kantjes er vanaf loopt, ik vraag me af of ik mezelf niet toch aan lig te stellen.
Dat ik niet eens tv kan kijken (het licht is te fel en het geluid te hard), dat ik geen boek kan lezen (na een zin dansen de letters al over het vel papier) of een gesprek kan voeren (het komt niet bij me binnen), dat weten eigenlijk alleen mijn ouders. Ik voel me gevangen in mijn hoofd, want ook al lukt een gesprek voeren niet en komen de woorden niet samenhangend naar buiten, in mijn hoofd kan ik over werkelijk vanalles nadenken. Eerlijkheidshalve moet ik wel toegeven dat de gedachten die ik heb, vooral negatieve zijn. Mijn gedachten gaan niet uit naar leuke herinneringen of fijne vooruitzichten. Ze bestaan uit een zoektocht naar wat ik in vredesnaam verkeerd heb gedaan, en wat ik eraan kan doen, om dit op te lossen.
Wel weet ik dat er daar in dat toilet van de sportcardioloog, iets in me is geknakt. Iets wat al heel lang op breken stond.
8
Lang heb ik me afgevraagd wat er nou erger was in de periode dat ik ziek was, van mijn 16e tot mijn 24e. In die tijd hield ik me het meest bezig met het lichamelijke instorten, daar wilde ik een oplossing voor. Wat me in de onderlaag nog veel meer raakte, was dat ik mijn identiteit kwijtraakte. Ineens niet meer kunnen zijn wie je was, geeft een flinke identiteitscrisis. Het legt alles overhoop waar je al die tijd aan vast hebt gehouden, alsof de heerlijk warme deken ineens van al die oude patronen af wordt getrokken en ze pijnlijk bloot komen te liggen. Je comfort zone is er in één klap niet meer. Daar sta je dan…
Iets soortgelijks gebeurt wanneer je bijvoorbeeld ineens die baan kwijtraakt waar je je ziel en zaligheid in hebt gestopt. Wanneer je kinderen krijgt. Wanneer je gaat scheiden of verhuizen of ergens opnieuw begint. Verandering, gewenst of ongewenst, zet altijd bepaalde processen in gang.
De natuurlijke neiging is dan om in de nieuwe situatie de oude compensatiemechanismen weer te gaan toepassen, maar dat gaat vaak maar ten dele. Dat doet pijn, het voelt onveilig, het zet je hele systeem nog meer op scherp. Want, wie BEN je eigenlijk in die nieuwe situatie?
In mijn ‘nieuwe’ situatie was ik binnen een mum van tijd niet meer in staat om de meeste van mijn patronen toe te passen. Hard werken om toch goed genoeg te zijn? Ik kon het simpelweg niet meer, of ik nu wilde of niet. Ik zal niet zeggen dat ik het niet heb geprobeerd, ondanks de extreme vermoeidheid heb ik me in het begin nog vaak genoeg naar trainingen en naar school gesleept. Zelfs op het fysieke dieptepunt kwam nog in me op dat ik moest trainen, béter moest worden. Alles om maar niet geconfronteerd te worden met het intense gevoel van falen wat ik had. In mijn ogen had dat falen alles te maken met het feit dat mijn lichaam ‘ermee opgehouden’ was, en zo voelde ik me dus slachtoffer van mijn eigen lijf. Pas later besefte ik dat ik altijd al een gevoel van falen had gehad, alleen nu moest ik het wel voelen in plaats van het weg te compenseren.
Eigenlijk had ik precies gekregen wat ik nodig had, al zag ik dat toen nog niet.
Tegenwoordig zie ik opschudding, tegenslagen of verandering altijd als een uitnodiging, ook al baal ik er in het moment dan echt wel van. Het leven vraagt dan iets van je. Enerzijds om iets los te laten wat jou tot dan toe heeft beperkt in je zijn, en anderzijds om juist dichter bij jezelf te komen. Als je er middenin zit voel je dat echter nog niet, dan lijkt het alsof de grond onder je voeten wegzakt. Je zenuwstelsel staat op scherp om te bepalen of je wel veilig bent of niet, en hoe meer oude ballast je nog met je meedraagt, hoe meer die oude pijn omhoog komt borrelen. Het is logisch dat je daartegen wilt vechten, dat je in de actiemodus schiet en in je hoofd terechtkomt.
Stel dat je juist dan gaat voelen? We zijn vaak banger voor ons gevoel, dan dat het daadwerkelijk erg is om te voelen wat je voelt. Ja, je voelt dan pijn in alle soorten en maten. Maar die pijn bestond al in jou. Bovendien laat je onderbewuste alleen datgene omhoog komen wat jij in dat moment kunt verwerken, ook al voelt dat soms niet zo.
Voelen maakt ruimte. Want ná voelen, ontstaat verbinding. Het is dan zoveel makkelijker om na te gaan waar je staat, dat te accepteren en te voelen welke vervolgstappen je mag zetten. Je gaat letterlijk terug naar je gevoel en zo wordt een stap waarbij je achteruit lijkt te gaan, juist een enorme stap vooruit in jouw persoonlijke groei en dus in het leven.
9
Ze zeggen dat ik moet aankomen. En ze zeggen ook dat ik een hoog vetpercentage heb. In mijn ogen is de conclusie heel simpel: ik ben te dik. Ik voldoe niet aan datgene wat de bedoeling is en dat advies om aan te komen ga ik zéker niet opvolgen.
Mijn energieniveau is bizar laag, ik kan minder sporten en dus mag ik van mezelf ook minder eten. Anders wordt het nooit wat met me natuurlijk. Meer sporten is meer eten, dus dat doen we nu omgekeerd ook. Mijn zwemtrainer vroeg laatst ook al of ik was aangekomen. Dat deed hij ten overstaan van mijn volledige trainingsgroepje, wat voornamelijk uit jongens bestaat. Ik kon wel door de grond zakken als 16-jarige, maar liegen wilde ik ook niet. Ik ga er dus voor zorgen dat hij zo’n opmerking niet en nooit meer kan maken.
Ik besluit om af te gaan vallen. Van eten word ik toch misselijk en het smaakt me niet, dus daar kan ik net zo goed gebruik van maken. Voor mij is het simpel, ik ga gewoon zo min mogelijk eten totdat ik resultaat zie. Niet wetende dat een ziek lichaam er vaak alles aan doet om zo veel mogelijk brandstof op te slaan.
In de maanden die hierop volgen ga ik op een bizarre manier met voeding om. Ik kan mijn zogenaamde gebrek aan eetlust prima scharen onder mijn ziek zijn, maar in de tussentijd zet ik het in als controlemiddel. Om mijn lijf dan toch ergens aan mee te laten werken wat ik wil – ik zal weleens laten zien dat ik bepaal wat we wel en niet kunnen, en niet mijn lijf. Bovendien zie ik dik worden als een manier waarop ik gefaald zou hebben, niet goed genoeg ben, en wil dat dus koste wat het kost voorkomen.
Mijn lijf zie ik sowieso als iets wat je gewoon hebt. Als kind heb ik net te vaak gehoord dat je ‘alles kunt wat je wil, als je er maar hard genoeg voor werkt’. Of misschien heb ik het te serieus genomen. Hoewel, tot op de dag van vandaag geloof ik daar nog steeds in, alleen heeft ‘willen’ een andere betekenis gekregen. Wat wíl je echt? En wat moet je van jezelf?
Dat je dan ook nog een lichaam hebt wat daaraan mee moet werken is voor mij volkomen ondergeschikt. Als ik het wil, dan gebeurt het, toch? Dat mijn lichaam ook signalen geeft (en op dit moment in mijn leven op een hele grote rode stop-knop heeft gedrukt), dat je daar inderdaad naar zou kunnen luisteren en dat je zou kunnen samenwerken met je lichaam, daar sta ik niet bij stil.
‘Luister naar je lichaam’ was ook zo’n advies wat ik vaak heb gehad. Alleen die paste niet in mijn straatje, dus dan zei ik ‘jaja’, verzon een excuus om aan te tonen dat ik dat echt wel deed en vervolgens ging ik gewoon door.
10
Als er iets is wat een laatste strohalm kan zijn om dan toch een gevoel van controle te hebben, dan is het wel voeding. Je bepaalt immers altijd zelf wat je eet en hoeveel je eet. Ik had in het moment alleen geen flauw idee dat ik die tactiek toepaste op mezelf en dat het mij ging om een stukje controle.
Mijn relatie met voeding heeft op mijn zestiende een enorme knauw gekregen. Of eigenlijk daarvoor al, precies op dat kwetsbare moment waarop je je als puber ineens bewust wordt van je lichaam en je aan bepaalde idealen wil voldoen. Zeker voor iemand die alles beter dan perfect wil doen, kan dat een dingetje worden weet ik inmiddels.
In de media had ik gehoord dat vet slecht is en suiker ook. Dus wat deed ik? Ik ging beide fanatiek vermijden. Niet eens omdat het me bang maakte voor mijn gezondheid, maar omdat ik dacht dat het goed was wat ik deed. Liefst at ik zo min mogelijk vetten (en áls ik dan vet at, dan was het niet van ‘t gezonde soort maar in de vorm van een zak chips omdat ik zo’n enorme honger had) en tegelijkertijd stopte ik me vol met suikervrije producten. Zuivel met zoetstoffen, alles vol aspartaam en andere stofjes die iets maar zoet doen smaken. Dat ik ook nog brandstof nodig had voor mijn lichaam, daar stond ik totaal niet bij stil. De koppeling met de biologielessen die ik had gehad, had ik immers niet gemaakt. Je kunt de citroenzuurcyclus wel kennen, maar dat dit daadwerkelijk in je eigen lichaam gebeurt en dat je dus echt vetten en koolhydraten nodig hebt? Ik heb geen idee waarom ik daar niet aan had gedacht.
In mijn hoofd had ik genoeg vetreserves aan mijn lichaam en moest ik die eerst maar eens verbranden. Waar ik ook niet bij stil had gestaan was dat ik mijn lichaam onder flinke stress zette, zowel fysiek als mentaal, en dat het daardoor steeds krampachtiger vasthield aan alles wat binnenkwam. Ik leefde immers alsof ik continu achterna werd gezeten door een horde wilde bizons die het op mij gemunt hadden.
Is het achteraf zo vreemd dat mijn lichaam volledig is ingestort? Ik vind het inmiddels volkomen logisch! Iemand die zo streng voor zichzelf is, zo hard en veel traint en dan ook nog eens veel en veel te weinig voedingsstoffen binnen krijgt. Dan is het niet de vraag of het een keer mis gaat, maar wanneer.
Zelfs jaren later, toen ik het paleo voedingspatroon had aangenomen en ik daar een mooi bedrijf omheen had gebouwd, was mijn relatie met voeding nog niet bepaald gezond te noemen. Of beter gezegd: mijn relatie met mezelf was verre van gezond, en ik probeerde dan ook nog steeds controle uit te oefenen over mijn lichaam.
Ik voelde me schuldig na het eten van iets wat niet binnen mijn zelfgekozen voedingspatroon paste en verviel gemakkelijk in een cyclus waarbij ik dat dan weer probeerde te compenseren door extreem gezond en te weinig te eten. Weliswaar at ik eindelijk voeding waar ik veel voedingsstoffen uithaalde en had ik veel meer kennis over echt gezond eten, ik paste deze kennis nog niet op een gezonde manier toe.
Pas toen ik hoorde over een opleiding tot eating psychology coach en ik daar instapte, gingen er lichtjes bij me branden. Ineens werd daar licht geworpen op de reden waarom mensen een verstoorde relatie met voeding hebben en wat daar nu eigenlijk onder ligt aan overtuigingen. Het heeft eigenlijk vrijwel alles met overtuigingen over jezelf en het leven te maken en maar heel weinig met voeding – het eten is slechts een manier waarop dit naar voren komt.
11
Gefrustreerd wandel ik een rondje door het park achter mijn huis in Nijmegen. Ik werk nu al een tijdje op de longfunctieafdeling en woon in mijn eerste, eigen huisje. Een bovenwoning van net iets meer dan veertig vierkante meter, maar het is wél van mij. Ik wilde niet op kamers hier en dat is me maar mooi gelukt. Ik heb zelfs een hypotheek gekregen! Ik ben succesvol uit huis gegaan en heb mijn eerste echte baan. This is it! Of tenminste, dat had ik gehoopt. Ik merk dat mijn onrust de laatste tijd weer aan het toenemen is en de vermoeidheid ook, dit kan ik nu echt niet gebruiken. Verdorie, ik kon de laatste tijd zelfs weer hardlopen, wat een verademing was dat! Alleen nu kost iedere werkdag me eigenlijk meer dan ik heb.
In de weekends vreet ik mezelf helemaal vol met chips en snoep, en doordeweeks ben ik op een streng dieet. Salades zonder dressing als lunch of soms alleen een appel uit de ziekenhuiskantine. Ik hoop dat het mijn collega’s niet opvalt hoe weinig ik eet. Nu mijn gezondheid onderuit lijkt te gaan, doe ik er alles aan om toch een gevoel van controle te krijgen en dat uit zich dus in voeding. Ik zie het mezelf doen, ik vertel mezelf elke dag dat dit zo niet werkt, maar ik weet niet hoe ik het moet stoppen.
Ik loop een aantal van de lessen die bij me binnen zijn gekomen in de afgelopen jaren van ziekte nog eens langs. Wat kon ik ook alweer doen om dit om te draaien? Er moet toch IETS zijn? Ik vraag mezelf af wanneer ik wel energie heb, voor de zoveelste keer. Het antwoord weet ik al, dat is elke keer hetzelfde. Als ik op vakantie ben, heb ik wel energie. Dat had ik al toen ik in 2005 met mijn ouders naar Australië ging, ineens kon ik daar veel meer. Iedere vakantie daarna heeft hetzelfde aangetoond en is een soort houvast voor me. Blijkbaar is er op vakantie iets waardoor ik daar wel energie heb, en thuis niet.
Voor de zoveelste keer loop ik langs de reden waarom ik op vakantie meer energie heb, ook dit heb ik al tig keer bedacht. Het is omdat ik op vakantie niets moet, en thuis wel. Maar ja, nu heb ik een baan en een hypotheek en moet ik helemaal voor mezelf zorgen. Hoe kan ik dan ineens minder moeten!? Ik weet niet wat deze dag anders maakt dan de andere, maar ik besluit mezelf uit te dagen. Ik loop in mijn hoofd een lijstje langs van alles wat ik gedurende de dag moet en kijk of ik daarin iets anders zou kunnen doen. Is er iets wat ik kan ont-moeten?
Mijn antwoord verbaast me. Jeetje, ik moet eigenlijk wel heel veel van mezelf. De hele dag door leef ik aan de hand van de dingen die ik moet. Pfoe, doe ik dat mezelf aan? Ik moet mijn bed uitkomen, ik moet ontbijten en dat ontbijt moet een bepaalde samenstelling hebben, ik moet naar mijn werk, en zo moet ik nog heel veel meer. In dat moment kom ik erachter dat ik best wat dingen anders zou kunnen doen. Stel nou dat ik mezelf zou vragen wat ik eigenlijk wil? Ik moet nog steeds op tijd op mijn werk zijn natuurlijk, maar ik kan wel eens gaan kijken wat ik ‘s ochtends eigenlijk wil ontbijten en welke kleding ik aan wil doen. Gewoon, aan de hand van waar ik zin in heb. Het idee dat ik er ook voor zou mogen kiezen om taart als ontbijt te eten brengt een lach op mijn gezicht, en het feit dat het mag geeft ruimte. Niet dat ik ‘s ochtends zin heb in taart, maar toch. Wie heeft al die regels waarnaar ik leef eigenlijk bedacht?
12
Al die regels? Die had ik zelf bedacht. Als kind heb ik natuurlijk een bepaalde standaard mee gekregen, maar ik maakte die vervolgens gewoon strenger. Altijd de lat hoger. Altijd meer discipline van mezelf eisend, met daaronder een enorme alertheid op hoe er op me werd gereageerd. Voor speelsheid en spontaniteit was geen ruimte, dat vond ik maar onzin. Zomaar iets leuks doen, ja, dat was toch niet nuttig? Ik kon beter gaan trainen. Stel je voor dat ik iets deed waardoor mijn prestaties achteruit gingen.
Uitgaan heb ik dan ook nooit gedaan en ik kan nog steeds zeggen dat ik nog nooit in mijn leven dronken ben geweest. Nu voelde ik er allereerst de behoefte niet toe, maar voor mij was het een heel simpele rekensom. Als ik te laat naar bed ga, dan ben ik de volgende dag minder fit. Als ik alcohol drink, ben ik de volgende dag zeker minder fit. Ik had bijna ieder weekend een wedstrijd en anders wilde ik wel trainen, dus paste dit gewoon niet in mijn schema.
Wanneer ik vertel dat ik op mijn veertiende alleen thuis mocht blijven terwijl mijn ouders op vakantie waren, staan veel mensen gek te kijken. Ik was simpelweg heel gedisciplineerd en kon dat prima, ik vond het juist heerlijk om het huis voor mezelf te hebben. Het enige rebelse wat ik heb gedaan is één keer een bak Ben & Jerry’s ijs kopen van het boodschappengeld dat ik had gekregen. Dat kochten we normaal gesproken niet omdat het duur was, dus dat gunde ik mezelf. Ik durfde dat later bijna niet toe te geven aan mijn ouders, ook al vonden ze dit natuurlijk helemaal niet erg.
Onder vrienden stond ik lange tijd te boek als degene die het allemaal onder controle heeft, degene die alles regelt, uitzoekt en voor elkaar krijgt. Marinka heeft alles voor elkaar. Wat ze niet wisten is dat ik juist altijd het gevoel had dat ik elk moment door de mand zou kunnen vallen. Ik had immers al eens meegemaakt dat mijn leven ineen stortte, dus wie weet wanneer dat weer zou gebeuren? Ik had het toen ook niet aan zien komen.
Een van de allergrootste energievreters die ik tegen ben gekomen in mijn herstel, is een constante drang naar controle. Eerst in prestaties, vervolgens in voeding, en uiteindelijk kwam ik erachter dat het in mijn hele leven geïntegreerd was. Controle is niets meer dan schijnveiligheid, gecreëerd door je brein. Het is geen échte veiligheid waar je op kunt vertrouwen, het is niet afkomstig uit jezelf. En toch, toch geeft het gevoel iets voor elkaar te hebben, iets ‘onder controle’ te hebben, je ego weer even een boost.
Je hebt dan in ieder geval even het idee dat je weet waar je aan toe bent en wat de toekomst gaat brengen. Controle houdt in dat je een zo klein mogelijk risico loopt om je oude pijn te voelen, of om geconfronteerd te worden met iets ‘niet weten’. Je weet natuurlijk nooit wat de toekomst gaat brengen, dus proberen veel mensen dit toch op de een of andere manier naar hun hand te zetten.
Maar ook daar geldt vaak dezelfde regel als met de overtuigingen die je bij je draagt: je grootste angst wordt toch vaak weer bevestigd, hoe hard je ook probeert om dit te voorkomen en hoeveel controle je ook hebt. Zodra angst de boventoon voert – en dat is nu eenmaal wat de drang naar controle is – lekt je energie ook weg.
Zo vaak heb ik mogen ervaren dat juist wanneer ik de controle losliet, er mooie dingen gebeurden. Als ik de vakantie niet volledig had uitgestippeld, deden we juist spontane en leuke dingen die ik anders niet had ontdekt. Als ik trainde wanneer het goed voelde in plaats van wanneer ik dat van mezelf moest, gingen mijn prestaties vooruit en herstelde ik sneller. Als ik iets aan een ander overliet, dan gebeurde het ook gewoon op een prima manier. En als ik iets gewoon niet deed? Echt waar, dan verging de wereld niet.
Nu nog vind ik het best lachwekkend dat ik zoiets simpels heb moeten leren, maar het is ook zo ontzettend menselijk om de controle te willen pakken. Zeker wanneer je rondloopt met een heleboel patronen en overtuigingen en je zenuwstelsel behoorlijk scherp is afgesteld. Dan wil je micromanagen. Dat gaat min of meer vanzelf, het wordt een manier van zijn. Simpelweg omdat je niet hebt geleerd de rust in jezelf te vinden.
Die stap naar rust zetten is niet altijd gemakkelijk. Je zenuwstelsel staat immers al te veel ‘aan’. Juist dan rust nemen, iets niet doen, maakt dat er eerst een gevoel van ongemak in je omhoog borrelt waar je doorheen mag. Het voelt in de basis niet veilig om zomaar te gaan ontspannen. Weet je dat gevoel van ongemak juist ruimte te geven en te doorvoelen (in plaats van het weg te krijgen door meer te gaan doen), dan pas kan ontspanning ontstaan.
13
Ineens heb ik door dat ik mezelf van een afstandje bekijk. Het is de zoveelste keer op mijn werk dat er spanning in de lucht hangt. Dit team kán gezellig zijn, maar er is weinig voor nodig om dit om zeep te helpen. Ergens voel ik al een tijdje dat dit niet oké is, of in ieder geval dat ik er absoluut niet mee om kan gaan. Ik snak naar frisse lucht, er moet hier een raam open! Kan ik weg? Staat mijn volgende patiënt al klaar?
Blijkbaar heb ik geen uitweg gezien want ik zie mezelf daar zitten, van bovenaf. Alsof ik letterlijk uit mijn lichaam ben getreden. Ik zie dat ik dit doe om mezelf onzichtbaar te maken, om hier absoluut niet bij te worden betrokken. Eigenlijk voelt het wel lekker rustig, zo boven mezelf hangen, alsof ik eindelijk even niet mee hoef te doen en niet alert hoef te zijn.
Ik weet al dat ik niet de favoriet in het team ben, dus ik doe er werkelijk alles aan om mezelf onzichtbaar te maken, ook al ben ik dat natuurlijk niet.
Een jaar later, tijdens een behandeling door een sjamaan, hoor ik dat dit dus ‘soul loss’ heet. Waarbij je door trauma hebt geleerd om uit je bewustzijn te vertrekken. Alsof je ziel (of een stukje daarvan) uit je lichaam gaat om maar niet mee te hoeven maken waar je op dat moment doorheen gaat, omdat het zo extreem onveilig voelt. Bekijk je dit vanuit een trauma-oogpunt, dan wordt het dissociatie genoemd.
De sjamaan in kwestie is totaal niet het type wat je zou verwachten van een sjamaan. Hij rookt zeker 10 sigaretten tijdens de sessie, heeft vroeger aan de top gewerkt bij een groot bedrijf en komt op het oog ontzettend nuchter over. Eigenlijk maakt dat, dat ik hem wel mag en vertrouw. Als zo iemand de switch naar het sjamanisme heeft gemaakt dan moet het toch wel betrouwbaar zijn!? Zo’n grote switch maken spreekt me sowieso enorm aan. Je leven radicaal omgooien, zodat echt alles anders wordt. Ja, dat zou ik ook wel willen, maar hoe?
Terwijl hij uitleg geeft over soul loss ga ik naar verschillende herinneringen uit mijn jeugd waarbij ik al uit mijn lichaam ben getreden. Situaties waarin ik me letterlijk geen raad wist en voelde alsof ik er beter maar niet kon zijn. Blijkbaar heeft mijn systeem dat op die manier nog gefixt ook, eigenlijk wel knap!
Wel kom ik er later achter dat de ‘soul retrieval’ welke de bewuste sjamaan heeft gedaan, ontzettend goed werkt. Ineens kan ik niet meer ‘weg’ tijdens pijnlijke situaties. Ik moet zeggen dat ik dit in eerste instantie enigszins jammer vind, achteraf gezien was het zó lekker om er gewoon even niet te zijn en even niet te voelen wat iets met je doet. Nu krijg ik de volle beleving mee, en moet ik dus ook de volledige lading aan emotionele pijn voelen. Wat heb ik veel opgeslagen in de loop van mijn leven, kan ik het wel aan om dit los te laten?
14
Wat me aan vrijwel iedere klant opvalt die ik help bij het aankijken en doorbreken van oude patronen en het doorvoelen van emoties, is dat ze banger zijn voor de emoties dan dat het daadwerkelijk erg is om de emotie te voelen. Eigenlijk heeft iedereen na afloop zoiets van: ‘Oh, dit was best intens, maar jeetje wat lucht het op! Heb ik dat nou zo lang uitgesteld!?’
Ik reken mezelf ook onder die mensen, want ja, als je ineens gaat voelen en (verdorie) niet weg kunt lopen voor die gevoelens, dan kom je toch voor verrassingen te staan. Boosheid voel je echt als boosheid. Verdriet voel je echt als verdriet, inclusief de dieper liggende pijn die daar weer onder ligt. Schaamte, afwijzing, het komt allemaal voorbij.
Stel je voor dat je zou voelen wat je voelt, dat duurt ongeveer negentig seconden. Ik bedoel maar, anderhalve minuut, dat is te overzien toch? In plaats van dát te doen, vervallen de meeste mensen jarenlang in patronen en compensatiemechanismen waarin ze wel getriggerd worden, maar daar gewoon weer een weg omheen proberen te vinden. Dit gebeurt ook nog eens onbewust, omdat ze niet weten dat er eigenlijk iets te doorvoelen valt en ze de oplossing nog buiten zichzelf (meestal in het praktische) zoeken.
Kom je er vervolgens achter dat het wellicht een slim idee is om te voelen wat je voelt, omdat de spreekwoordelijke emmer intern over begint te lopen en je die ballast allemaal mee sjouwt in je systeem. Dan nog is daar de neiging om eerst naar een praktische oplossing te zoeken, om te vermijden, weg te lopen of op zijn minst dan maar even een boek te gaan lezen, serie te kijken of te scrollen op social media. Zelfs met de beste spirituele muziek kun je nog weglopen voor je gevoelens.
Of deze valkuil: door positief te denken. Ik ben er ooit meester in geworden om positief te denken. Ik had immers gehoord dat dit zou kunnen helpen om je staat van zijn te veranderen, dus dat ging ik doen. Op mijn manier, fanatiek dus, gaf ik overal een positieve draai aan. Daar heb ik best veel van geleerd en het heeft mijn mindset zeker veranderd, maar het grote nadeel was dat er nog steeds geen ruimte was voor wat ik écht voelde.
Een trigger op een oud patroon? Ik stopte gewoon het deksel erop door positief te denken. Alleen daarmee ontkende ik het hele, volledige en menselijke spectrum van gevoelens. Hoe kunnen we voluit in het leven staan wanneer we onszelf alleen toestemming geven om het fijne te voelen? Een healer leerde mij ooit dat hoe dieper de dalen van je gevoel je in durft te gaan, hoe hoger de pieken die je ervaart. En oh wat had zij gelijk!
Ik kwam erachter dat ik JUIST door echt te voelen wat ik voelde, niet eens moeite meer hoefde te doen om me positief te voelen. Ik voelde opluchting en blijdschap als vanzelf, evenals dankbaarheid, zonder daarvoor mijn best te moeten doen. Zonder mezelf aan te zetten tot bepaalde positieve gedachten, maar gewoon door te zijn en te voelen. En dat gevoel ook te accepteren voor wat het is.
Hoe ontstaat nou die angst om te voelen? Ik denk dat veel mensen het allereerst niet hebben geleerd omdat ze het voorbeeld niet hebben gehad. En omdat ze in plaats daarvan hebben ervaren dat het niet oké (dus niet veilig) is om te voelen wat je voelt. Dat kan enerzijds komen omdat de situatie waarin ze een bepaalde emotie hebben ervaren zodanig onveilig voor ze was, dat ze de emotie hebben weggestopt. Wanneer je ervaart dat je er niet mag zijn zoals je bent, of jouw veiligheid op de een of andere manier wordt bedreigd, dan stop je automatisch emoties weg. Emoties zijn immers onderdeel van wie je bent als mens.
Daarnaast zit er ook vaak een oorsprong in de opvoeding. Hoe vaak hoor je ouders tegen kinderen zeggen dat ze ‘nu moeten stoppen met huilen’, dat ze ‘zich niet zo moeten aanstellen’ of dat die driftbui nergens voor nodig is en dat een kind daarin juist alleen worden gelaten. Dat wil in mijn ogen niet zeggen dat je een kind dus maar zijn zin moet geven als ‘ie begint te drammen, je kunt helemaal bij de grens blijven die jij hebt aangegeven. Alleen een kind mag daar vervolgens wél boos om zijn, of verdrietig, of wat dan ook. Vaak zijn het degenen die bang zijn om hun eigen emoties te uiten, die de emoties van anderen het hardst afkeuren. Het is echter juist wat je mag leren erkennen, allereerst in jezelf. Ook jij mag boos zijn, ook al is de reden daarvoor misschien (vanuit je hoofd gezien) niet reëel. Als iets in jou boosheid oproept, dan betekent dat niet dat je hoeft te gaan schreeuwen, maar je mag wel voor jezelf erkennen dat je boosheid ervaart. Of misschien zelfs dat je jaloezie ervaart, ook al houd je niet van jaloezie. Of dat je je schaamt, ook al vind je dat vreselijk om te voelen.
Een mooie manier om gevoel los te koppelen van wie je bent, is te zeggen dat je een emotie ervaart. Ik ervaar verdriet. Ik ervaar boosheid. Ik ervaar schaamte. Of: ik voel me verdrietig, ik voel me boos, ik voel schaamte. Een emotie hoeft jou namelijk niet over te nemen – je bent het niet, je voelt het alleen en daarmee hoef je er ook niet bang voor te zijn. Het woord emotie komt van het woord ‘emovere’ en betekent eigenlijk ‘eruit bewegen’. Dat is exact wat emoties willen doen; UIT je lichaam bewegen, en dat kun je alleen doen door ze te voelen. Een emotie is niets meer dan een energie, een trilling die door je heen gaat. Soms is dat een trilling die je als prettig ervaart en soms juist niet, maar net zoals je een steentje in het water kunt gooien waardoor het water begint te rimpelen, gaat ook een emotie weer weg en komt er stilte.
Laatst gaf ik een breathwork sessie en de vrouw die ik erin begeleidde begon te huilen, maar ze vond het zó erg dat ze in mijn bijzijn ging huilen. Ze lag er enorm tegen te vechten. Voor haar voelde het niet veilig om verdriet te laten zien in het bijzijn van een ander en dus probeerde ze dat weer weg te stoppen. Uiteindelijk kon ze zich eraan overgeven en konden de tranen stromen, terwijl ik erbij was, dat was zo’n opluchting en bevrijding voor haar. Maar ook hier is het dus niet de emotie zelf die het probleem is, maar de manier waarop het veilig is om deze te uiten.
Daar begint het dus mee: niet langer bang zijn van de gevoelens die je kunt ervaren. Wanneer ik hier zelf weerstand bij voel dan houd ik mezelf voor dat het lijden wat volgt wanneer ik het niet doorvoel, veel groter is dan er nu even doorheen gaan. ‘Holding space’ dus, iets wat we vaak voor anderen heel erg goed kunnen doen, alleen nu voor jezelf. Met liefde.
15
Huilend sta ik vlak voor het rolluik van de centrale garage van ons appartementencomplex. Mijn vouwfiets heb ik uitgeklapt in mijn hand, maar ik voel me als aan de grond genageld. Ik moet naar mijn werk maar ik wil niet, ik kán gewoon niet.
Het is nog maar kort geleden dat ik ging samenwonen in Tilburg en nu dus dagelijks een lange reis naar mijn werk moet maken. Ik werk immers nog in het ziekenhuis in Nijmegen en moet daar om 8 uur ‘s ochtends weer staan. Al langere tijd heb ik helemaal geen zin in mijn werk en voel ik daar de energie uit me lopen, maar vandaag is het anders. Mijn lijf weigert.
Mijn partner staat er een beetje hulpeloos bij en probeert ervoor te zorgen dat ik toch mijn trein zal halen. Want ja, wat moet je met een huilende vrouw die niet naar haar werk wil? Hij vertelt me wat mij als kind altijd is verteld: “Als je eenmaal gaat dan valt het vast wel mee.” Jankend fiets ik naar het station op mijn vouwfiets en ook in de trein blijven de tranen nog komen. Op de een of andere manier weet ik me door de werkdag heen te slepen en reis ik weer naar huis. Is het meegevallen? Nee, absoluut niet.
Hoewel ik niet meer kan, wil ik me ook niet ziek melden. Mijn leidinggevende vindt namelijk al dat ik me te vaak ziek meld, ook al ben ik het niet met hem eens. Af en toe blijf ik inderdaad een dag ziek thuis – ik weiger mezelf ziek naar mijn werk te slepen, iets wat collega’s regelmatig doen. Het verbaasde me toen al dat zulk gedrag blijkbaar wordt aangemoedigd in een ziekenhuis. Zouden we hier niet het goede voorbeeld moeten geven? Diezelfde collega’s zijn vervolgens in mum van tijd wéér ziek, werken langere tijd op halve kracht en steken de rest van het team aan, maar blijkbaar is dat wel oké en mijn 3 ziektedagen in één heel jaar niet.
Daarnaast ben ik er al een hele tijd klaar mee om dag in, dag uit hetzelfde kunstje te doen waarbij je eigenlijk niet teveel mag nadenken. Ik voer een onderzoek uit, dat moet binnen een bepaalde tijd. Daarna stuur ik de uitslag, die ik niet mag uitleggen aan een patiënt, door naar een arts. Ik ga weer terug naar het longfunctie-hok en wacht daar op de volgende patiënt waarmee ik hetzelfde riedeltje doorloop. Ik heb geleerd hoe ik resultaten kan analyseren, wat het allemaal inhoudt en wil er nog veel meer van weten. Alleen dat is nou net wat niet gewenst is. Productie draaien is waar het om gaat (ik voel me net een soort aap) en nadenken doe je maar in je eigen tijd.
Die dag dat ik me naar mijn werk heb gesleept is er iets geknapt. Dit kan zo niet langer. Ik besluit me dan toch maar ziek te melden en ik sta vol-ko-men versteld van mijn eigen fysieke reacties die in de periode daarna volgen. Natuurlijk moet ik soms nog op mijn werk op komen dagen en daar bemerk ik nog iets bijzonders. Ik krijg het fysiek niet voor elkaar om over de drempel van de longfunctieafdeling te stappen. Mijn hele lichaam blokkeert, wat is dit nu weer!? Mijn zenuwstelsel slaat daarnaast regelmatig op tilt. Ik heb paniekaanvallen, die met name ‘s avonds en ‘s nachts voorkomen. Wat de echte reden is weet ik niet, maar ik ben in die momenten haast niet te kalmeren. Eigenlijk ben ik zo intens bang dat ik zal worden verlaten. De rest van de tijd ben ik moe, niet zo extreem als ik op mijn zestiende was, maar mijn lichaam waarschuwt me dat het tijd is om nu echt te gaan luisteren. Bovendien word ik ook ontzettend bang om weer opnieuw chronisch vermoeid te raken, dat is echt het laatste wat ik wil, maar waar ik naar mijn idee wel op afsteven.
16
Het zenuwstelsel is een complex maar ongelofelijk interessant systeem. Een zenuwstelsel kan mooi gereguleerd zijn, waarbij ontspannen geen probleem is, je hoofd geen overuren draait en je ook niet overreageert op iets ogenschijnlijk kleins. Bij zoveel mensen is er echter sprake van (flinke) disregulatie… Dat voel je niet altijd, je gaat vaak gewoon door je dagen heen. Totdat dit niet meer lukt en iets ‘ineens’ lijkt te ontstaan.
Tenminste, ik had mijn ziekteproces tot dan toe voornamelijk gezien als iets van mijn lichaam en mijn mindset, niet van mijn zenuwstelsel. Pas toen ik meer leerde over de werking van het zenuwstelsel vielen er bij mij een heleboel kwartjes en begreep ik ook waarom mijn hele lijf ogenschijnlijk ineens zo heftig reageerde. Ook in de periode die ik hiervoor beschreef.
Waarom gebeurde dit juist toen ik voor mijn gevoel al zoveel stappen had gezet, juist toen ik me vertelde dat ik er nu wel hoorde te ‘zijn’ in mijn herstel? Waarom ging nu ineens ‘de beerput’ aan emoties open en voelde ik die enorme paniek?
Waar ik eerst mijn basis had verbreed met meer rust, gezondere voeding, supplementen om tekorten aan te vullen, een gezondere darmflora en een betere mindset, was ik nog niet écht toegekomen aan het emotionele gedeelte.
Het verbaast mij niet dat dit gebeurde op een moment waarop ik net samenwoonde. Ineens hoefde ik niet meer alles zelf of alleen te doen, ineens werd ik gedragen op een heleboel vlakken, ineens woonde ik niet meer in een stad waar ik niet van hield. Er was meer veiligheid voor me. Dat geeft natuurlijk veel ruimte om ook in de rest van je leven te checken wat wél en niet bij je past – in mijn geval voelde ik hierdoor nog duidelijker dat mijn werk niet meer klopte.
Het zet echter ook een ander proces aan in je systeem – een soort veiligheidscheck treedt in werking. Hoe fijn het ook was om samen te wonen en te kunnen landen, mijn zenuwstelsel was dit niet gewend. En dus.. voelde het niet veilig. Mijn realiteit matchte niet met mijn programmering en was daarmee een enorme trigger, waardoor oude, dieper liggende emoties en angsten omhoog kwamen.
Als jij geprogrammeerd bent op een bepaalde frequentie (waarvan jij hebt geleerd dat dit ‘veilig’ is), zal jouw systeem er alles aan doen om bij die frequentie te blijven. Wordt je frequentie lager? Dan probeert je systeem dat op te hogen. Wordt je frequentie echter veel hoger dan de standaard? Dan probeert je systeem dat weer te verlagen. Alles om veiligheid te waarborgen.
Vergelijk het met mensen die de jackpot hebben gewonnen. Statistieken vertellen dat 70% van de winnaars uiteindelijk al het geld weer kwijt raakt, vaak al binnen een paar jaar! Waar je ineens veel hebt, kun je namelijk ook veel verliezen. Of dat nu geld is, een fijne relatie, een super leuke baan, een onderneming, noem het maar op. Enerzijds ben je dan heel erg blij met wat je hebt, het kan ook enorm onveilig voelen omdat het dus niet matcht met je programmering. Weet je vervolgens niet hoe je met die onveiligheid moet omgaan, dan is de kans groot dat je kwijtraakt wat je had (je gaat je vanuit angst en overtuigingen gedragen) en je weer op hetzelfde punt uitkomt waar je daarvoor stond.
Vaak denken we dat de grootste uitdaging ‘m zit in het omgaan met tegenslagen en het oplossen van problemen die we tegenkomen, het aantrekken en behouden van en het reguleren op iets wat méér is dan we hadden, is een minstens zo grote uitdaging.
17
“Ik weet niet meer wat ik tegen je moet zeggen, want je weet alle antwoorden al.”
Inmiddels loop ik een aantal maanden bij het Centrum voor Lichaam, Geest en Gezondheid. Ik kan het ook een soort rollercoaster noemen, waar ik ben ingestapt om goodwill te tonen richting mijn werkgever. Bovendien was ik ook wel nieuwsgierig of het me misschien dan toch iets zou kunnen opleveren, ook al ben ik inmiddels meer van de ‘alternatieve’ methoden.
In de afgelopen maanden ben ik dan ook op werkelijk vanalles getest. Ze dachten zelfs dat ik misschien ADHD had en namen onderzoeken af die vanwege mijn klachten onmogelijk betrouwbaar konden zijn. Daarnaast heeft de dienstdoend psychiater mijn woorden flink verdraaid en staan er dingen op papier die ik absoluut niet heb gezegd. Het is bijna lachwekkend, het is alleen jammer dat het om mij gaat en er daadwerkelijk iets van afhangt. Mijn vertrouwen in dit systeem is hierdoor ver te zoeken.
Het is in ieder geval duidelijk geworden dat ik geen ADHD heb (had ik ze ook wel kunnen vertellen) en blijkbaar hebben ze nu een beeld van mij waarop ze de behandeling gaan baseren. Hoe? Ik heb geen idee. Ik heb namelijk met niemand een hart tot hart gesprek gehad zegmaar, waaruit mijn behoeftes voortkwamen. Ook wordt compleet gemist dat ik al jaren en jaren heb geleerd me aan te passen aan de norm, en daardoor pas ik ook binnen de norm. Ware het niet dat mijn lichaam een enorme verzameling van rode vlaggen is geworden, alweer.
De behandeling bestaat uit gesprekken met een psycholoog, want we gaan voor cognitieve gedragstherapie. Jawel. Mijn allesoverheersende vermoeidheid en andere klachten komen vast puur door de manier waarop ik denk. Wie dit bedacht heeft, heeft deze klachten ongetwijfeld zelf niet gehad.
Natuurlijk, gedachten spelen zeker een rol bij het ontstaan van fysieke klachten. Maar de onderliggende gevoelslaag wordt hierbij te vaak vergeten en dat is zo ontzettend jammer. Het gaat niet om hoe ik denk, maar om wat ik over mezelf geloof, op onderbewust niveau. Daar zit de crux, al was ik me daar ten tijde van deze behandeling ook nog niet bewust van.
Gelukkig heb ik zelf al een heel fijne kPNI therapeut die me helpt om fysiek te herstellen, en in de tussentijd werk ik gewillig mee aan mijn behandeling bij de GGD. Bij de psycholoog doe ik datgene waarvan ik weet dat het van me wordt verwacht. Ik ben alert op hoe ze reageert, en heb in de tijd dat ik nauwelijks iets kon doen echt heel veel tijd gehad om na te denken over mezelf en het leven. Kortom; ik geef de gewenste antwoorden. Die zijn overigens zeker in lijn met hoe ik erover denk, maar ze raken absoluut niet de kern van wat zich diep in mij bevindt.
En dát, daar durf ik me ook eigenlijk niet voor open te stellen. Als ze er al naar vraagt, dan heb ik een heel goed analytisch antwoord waaruit blijkt dat ik mezelf snap. Achteraf gezien ben ik niet de makkelijkste cliënt geweest voor de betreffende psycholoog (die trouwens erg aardig was), vandaar misschien ook haar opmerking dat ze niet meer wist wat ze tegen me moest zeggen.
Ik herinner me nog goed hoe blij ze was toen ze één keer wel een gevoelige snaar bij me raakte en ik moest huilen. Alsof ze me eindelijk open had gebroken. Ik vond dat zo naar – was het pas goed als ik pijn voelde? Deed ik het dan goed? Ik kon het me niet voorstellen, sterk zijn was toch juist wat nodig was?
De deur naar mijn emoties blijft zo veel mogelijk stevig gesloten. Die gaat alleen open wanneer ik tot rust kom, me veilig genoeg voel om te ontspannen. Oftewel; als ik in bed lig en volkomen in paniek raak.
18
Ik denk dat het voor veel mensen herkenbaar is wanneer ik het heb over altijd in je hoofd zitten. Soms lijkt het wel alsof het stukje ‘voelen’ wordt overgeslagen en alles rechtstreeks in je hoofd binnenkomt, waar het dan nog blijft hangen ook, voor een uitgebreide analyse van de situatie.
Er kunnen in je hoofd zoveel verhalen ontstaan. Verhalen die je vertellen waarom iets jou niet zou moeten raken, waarom jij gelijk had en de ander niet, waarom de ander dit niet zo bedoelde, noem het maar op. Maar het feit blijft dat het je wel heeft geraakt, het heeft iets in jouw systeem opgeschud.
Het onderwerp voelen (en vooral: leren voelen) blijf ik dan ook aankaarten omdat het zo ontzettend belangrijk is. Voelen en doorvoelen halen je uit je hoofd. Immers, als jij ruimte hebt gemaakt voor dat wat je voelt en dat op de gevoelslaag kunt loslaten, hoeft er in je hoofd ook geen verhaal meer over te worden verteld. Het raakt je dan al niet meer.
Wanneer je dit moeilijk vindt, kan het zijn dat al die gevoelens er ‘s nachts uitkomen, of misschien zelfs op andere onverwachte momenten. Juist wanneer je tot rust wilt komen is daar de perfecte opening om alles wat zich in je onderbewuste afspeelt te verwerken. Alsof de pan overkookt en je de controle kwijt bent.
Hoe leer je eigenlijk voelen? Eerder benoemde ik al dat je allereerst de emotie kunt loskoppelen van jouw ZIJN door te benoemen dat je een emotie hebt (je bent niet verdrietig, je voelt je verdrietig of je ervaart verdriet). Vervolgens kun je emoties ook gaan herkennen in je lichaam.
Zelfs al heb je het idee dat je nog maar heel weinig voelt, en je vooral snel naar je hoofd gaat, er is altijd wel iets waarmee je kunt beginnen. Start bijvoorbeeld met iets positiefs. Als iemand vraagt of je een stukje chocolade wilt, en jij denkt ‘ja, lekker!’. Hoe voelt dat dan in je lichaam? Niet dat je dan ineens je kleine teen voelt kriebelen, maar het kan bijvoorbeeld een gevoel van expansie geven.
Of stel dat er iemand een opmerking maakt die jou raakt. In eerste instantie ga je misschien naar je hoofd. Maar wanneer je op een later moment er wat ruimte voor kunt maken, kun je teruggaan naar dat moment en je aandacht richten op je lichaam. Wat deed die opmerking met je? Maakte het je misschien boos, onzeker, verdrietig? Hoe voelde dat in je lijf? Alsof je een stomp in je buik kreeg, een steek in het hart, alsof het je de adem benam?
Wat wil dat gevoel je vertellen? Wat vraagt het van je?
Hoe meer ruimte je maakt voor gevoel en hoe meer je dat in je lichaam leert voelen, hoe gemakkelijker je ook kunt doorvoelen en dus loslaten. Het mooie is dat je niet eens woorden hoeft te kunnen geven aan iedere emotie. Je hoeft niet te kunnen benoemen welke emotie je voelt, zolang je het maar voelt. Misschien vraagt het beweging van je, wil je het eruit stampen of rennen, misschien kun je er een beeld aan geven of is er muziek die bij je emotie past.
En dan is er natuurlijk nog je adem, een tool waarvan ik echt had gewild dat ik ‘m eerder had gehad. Je ademhaling kun je zo mooi inzetten om emoties juist te doorvoelen. Niet om ze ‘weg te ademen’, maar om er méé te ademen. Alleen al een rustige neusademhaling aannemen terwijl je voelt wat je voelt, kan al heel erg helpen om enerzijds ruimte te geven aan je gevoel en anderzijds je systeem de input te geven dat het ook nog eens veilig is om te voelen wat je voelt. Ademhaling kan precies die tegenhanger zijn bij intense gevoelens waardoor je er wél iets mee kunt doen.
19
“Als je me wil helpen, help me dan maar om te gaan ondernemen.” Ik hoor het mezelf nog zeggen in het kantoortje van het UWV. Ik ben namelijk helemaal klaar met alle behandelingen, onderzoeken naar waar mijn talenten liggen en ga zo maar door. Ik heb braaf mee gewerkt aan dit alles, maar nu heb ik er genoeg van. Het is tijd om op mijn eigen manier verder te gaan.
Ik heb inmiddels een aantal jaren een website waarop ik mijn zelfgemaakte recepten deel en ik krijg daar steeds meer reacties op. Als ik daar nou eens mijn onderneming van zou kunnen maken, dan lijkt me dat ontzettend gaaf.
Dan hoef ik niet meer te worstelen in loondienst, loop ik veel minder tegen mijn vermoeidheidsklachten aan, want als ondernemer (die ook nog eens vanuit huis onderneemt) bepaal je gewoon helemaal zelf je werktijden. Ja, dat zie ik wel zitten. En ik weet ook hoe we beginnen: ik ga een kookboek maken.
De dame van het UWV vindt dit meteen helemaal prima en zo krijg ik een ondernemerscoach aangewezen die mij zal begeleiden tijdens het opstarten van mijn bedrijf. Zonder toestemming van het UWV ga ik naar de kamer van koophandel en schrijf mezelf daar direct in als ondernemer, dat kan immers maar geregeld zijn.
De beste man aan de balie waarschuwt me nog dat dit niet zomaar mag, maar ik kan niet op andere gedachten worden gebracht. Ik ga ondernemen en wel nu, kom maar door met die KVK inschrijving. Even later loop ik dik tevreden met een welkomstmap onder mijn arm de deur weer uit, en omdat het standaard is ook met een mini flesje champagne (wat ik niet drink, maar dat maakt niet uit).
Ben ik enigszins teleurgesteld door dit hele proces? Ja, want eigenlijk stelde het niks voor om me in te schrijven. Het zwaarste was nog wel de korte fietstocht naar het kantoor met zo weinig energie. Maar hey, ik ben nu ondernemer!
De coach die ik aangewezen krijg is een ontzettend relaxte man. Als iemand vertrouwen in mijn ondernemerschap uitstraalt is hij het wel. We maken samen een ondernemersplan, iets wat al direct voelt als enorm spannend en ‘ohjee als dit ondernemerschap me maar gaat lukken!’, maar aan de hand van een lijst komt er een prima plan tot stand. Het zou zomaar eens haalbaar kunnen zijn en ik begin er alweer ietsjes meer in te geloven.
In de gesprekken die we daarna voeren geef ik terugkoppeling van de gezette stappen en hij moedigt me verder aan. Net zo lang tot daar dan, tadaaaa, mijn eerste boek is uitgekomen! Ik geloof niet dat ik voor die tijd ooit ergens zo trots op ben geweest van mezelf. Stralend zit ik in de auto naar huis, met mijn boek in handen (wat geleverd was bij een opslagbedrijf), niet wetende dat het toen pas écht zou gaan beginnen.
20
Er zijn een aantal dingen in het leven die een enorme persoonlijke groei van je vragen omdat ze je op allerlei manieren triggeren. Dat zijn onder andere relaties, het ouderschap én het ondernemerschap.
Ik kwam er al snel achter dat ondernemen weliswaar iets is wat je doet, het raakt ook een heleboel overtuigingen in jezelf en dat is niet altijd gemakkelijk. Soms is het zelfs ontzettend pijnlijk en voelt het als een regelrecht drama. Mijn eerste keren de BTW-aangifte doen bijvoorbeeld, ik heb zitten janken achter mijn computer. Ik dacht dat ik het niet kon, ik vond geld eigenlijk best wel eng en was bang dat het allemaal niet genoeg zou zijn.
Ook ontdekte ik dat hoe meer ik datgene uitdraag wat me aan het hart gaat, hoe kwetsbaarder ik me daarbij voel en hoe gevoeliger ik werd voor afkeuring. Hoe meer ik die afkeuring probeerde te voorkomen, hoe minder authentiek mijn woorden werden, en laten klanten dat nou haarfijn aanvoelen waardoor ze vervolgens niets van je kopen. Ik bedoel maar: zou jij de verkoopster vertrouwen die ‘dit staat u énig!’ roept terwijl je aan alles voelt dat ze niet oprecht is? Omdat ze misschien bang is geen goede verkoopster te zijn, of niet durft te zeggen dat je beter voor iets anders kunt gaan.
Had ik er bij stil gestaan dat je als ondernemer enorm veel mensen voor het hoofd kunt stoten? Ook niet natuurlijk. Ik heb uiteindelijk zelfs iemand ingehuurd die voor mij de e-mails afhandelde, want de negatieve reacties die ik daarin kreeg maakten dat ik helemaal leegliep voordat ik überhaupt aan het werk toe was gekomen wat ik graag wilde doen. Ik weet niet hoeveel boze e-mails ik heb ontvangen omdat ik een recept had gemaakt met bakbanaan, en dat bij de lokale winkel in de woonplaats van de betreffende personen niet te verkrijgen was. Of dat iemand een gerecht niet lekker vond. Tsja..
Ook voelde ik me schuldig over mijn werktijden. Ik kon werken wanneer ik wilde! En ik werkte nog minder uren dan ‘normaal’ ook. Een enorme luxe eigenlijk, en helemaal precies waar ik heel erg goed op ga. Zelf kunnen bepalen, goed luisteren naar mijn lichaam. Maar het voelde ook heel egoïstisch. Wie was ik nou om niet gewoon kantoortijden aan te houden?
Zodra je ervoor kiest om meer op jouw voorwaarden te leven, kom je triggers in jezelf tegen. Hoe meer je buiten de hokjes kleurt, hoe hoger je boven het maaiveld uitsteekt, hoe kwetsbaarder je bent. Niet omdat je daadwerkelijk in gevaar bent, maar omdat jouw systeem je vertelt dat dit absoluut niet veilig is. Ikzelf had immers feilloos geleerd me aan te passen aan de maatstaven van anderen, binnen hele strenge kaders. Mijn zenuwstelsel vond het een verschrikking om daar met deze onderneming nog verder buiten te treden, maar ik voelde aan alles dat ik ook geen andere keus had. Het was óf groeien óf ongelukkig en ziek zijn. De energie stuurde me mijn eigen pad op en dat doet het nog steeds.
Het grappige is dat ik, toen ik me overhaast en enthousiast inschreef bij de KvK, dacht dat ik er was. Dé stap was gezet. Evenals toen ik mijn eerste boek eenmaal in handen had.
Dat is wat ik jou ook mee wil geven: het pad wat het allerbeste voelt, nodigt jou des te meer uit om die lagen of oude (emotionele) ballast los te laten die je niet meer dient. Het is het zo waard om dat aan te gaan, zelfs al is het niet altijd gemakkelijk.
21
Ik heb mezelf iets echt groots gegund. Mijn eerste bedrijf heb ik verkocht voor een bedrag waar ik ontzettend blij mee ben en ik vind dat ik dit mag vieren. Het was geen gemakkelijke keuze om dit bedrijf te verkopen. Het liep goed, heel erg veel mensen waren blij met het werk wat ik deed, maar ik? Ik begon er een hekel aan te krijgen, al die tijd in de keuken om recepten te ontwikkelen was het niet meer waard wanneer ik ook bij mijn zoontje kon zijn. Ik ben namelijk in de tussentijd ook moeder geworden en dat heeft het een en ander opgeschud in mijn leven.
Mijn bedrijf voelde absoluut niet meer passend in ieder geval. Elke keer weer nieuwe recepten maken, en dan nog waren er best veel mensen waarbij het niet lukte om anders te gaan eten. Ik wilde wel van de daken schreeuwen dat dit niet lag aan een gebrek aan recepten, maar aan hen zélf! Ik gunde het deze mensen juist enorm om naar hun overtuigingen te kijken, alleen die boodschap kreeg ik op mijn oude platform niet duidelijk genoeg gemaakt. Vandaar dus die verkoop en dat voelt ontzettend goed.
Mijn traktatie aan mezelf is groter dan groots, namelijk een 3-daags retreat in de Verenigde Staten. Eentje waarvoor je een uitnodiging moet scoren omdat het besloten is, maar het is me gelukt! Zoonlief is mee (hij is 10 maanden oud op dat moment) en mijn ouders heb ik ook uitgenodigd om mee te gaan als oppas wanneer ik op het retreat ben.
We zijn in Tuscon, Arizona en hoewel het in de woestijn ontzettend heet is, voel ik me er helemaal thuis. Het is hier zo mooi. De saguaro cactussen staan overal, de bergen en heuvels om ons heen, heerlijk.
Het retreat is best wel over de top, maar daarmee ontzettend gaaf. Het hele Ritz-Carlton hotel is afgehuurd en bij aankomst mag je een tas vullen met allerlei goodies, zo veel je wilt. Denk dan niet dat hier samples en prullaria liggen, maar full-size producten die je echt graag wil hebben. Je mag de hele dag door kombucha pakken (mijn droom!), het eten is ontzettend lekker, mijn kamer is luxe, er worden verse smoothies gemaakt die je ook de hele dag door kunt halen. En dan is daar nog het retreat programma!
Omdat niemand me hier kent probeer ik een heleboel uit. Zo volg ik een dans-cardio workout, terwijl ik echt heel slecht ben in het volgen van danspasjes en ik heb de grootste lol. Voor het eerst in jaren ontdek ik dat je tijdens het sporten ook gewoon plezier mag hebben, ohja, dat was ik dus echt vergeten. Er zijn heerlijke meditaties, nog meer workouts en ook wat meer diepgaande sessies, waaronder breathwork. Dat breathwork lijkt mij wel wat, ook al heb ik geen idee wat ik ervan kan verwachten.
Tijdens deze sessie heb ik geen idee wát er precies gebeurt, maar het is fantastisch. Er komt zo’n diep verdriet vrij, maar het voelt bevrijdend in plaats van pijnlijk. Ik voel me gedragen. En voor de aller- allereerste keer in mijn leven voel ik een diepe liefde voor mezelf. Ik wist niet dat dit zo kon voelen, maar dit is wanneer ik het ervaar, iets wat je nooit in een boek zou kunnen beschrijven. Je weet het pas, als je het voelt.
Op dat moment besluit ik dan ook: hier ga ik meer mee doen.
22
Het is en blijft bizar hoe sommige dingen in een samenloop van omstandigheden op je pad komen. Allereerst dat ik ooit heb gevoeld dat ik longfunctieanalist moest worden, ook al had ik geen idee waaróm, het voelde gewoon als mijn ticket naar vrijheid – een leven voor mezelf. Dat dit werk enorm tegenviel snapte ik dan ook niet.
Om vervolgens, jaren later, op een retreat waar ik voelde dat ik erheen moest, breathwork tegen te komen en zo’n mooie ervaring te hebben! Om daar eigenlijk al zeker te weten dat ik hier meer mee wilde doen, dat ik er alles van wilde weten en anderen ook die prachtige ervaring gunde.
De vrouw die de sessie gaf zei ook nog eens dat ze ‘er naar uitkeek om met me te werken’ toen ik haar bedankte. Ze zei dit met zoveel vertrouwen. Als ze dat niet had gezegd, had ik gedacht: dit kan niet, dit is niet voor mij. Zij zit in de VS, dus helaas. Maar het kon wel en voor mij was er na die mooie ervaring ook gewoon geen weg meer terug.
Het leuke is dat ik dit ook vaker zie bij klanten van mij. Na een of meerdere sessies, begint het te kriebelen om dit ook uit te gaan dragen naar anderen.
Sinds die ene sessie in de VS heb ik meerdere breathwork facilitator certificaten behaald, heb ik ook een Oxygen Advantage opleiding afgerond om mensen te kunnen begeleiden bij een gezond adempatroon (zowel dagelijks, bij klachten als tijdens het sporten om prestaties te verbeteren), heb ik me verdiept in trauma en heb ik zelfs mijn eigen breathwork opleiding ontwikkeld. Die opleiding was ook zoiets – dat voelde heel groots en spannend, maar wel alsof dit gewoon moest gaan gebeuren. Dit was hét project waarbij ik blij was opgeleid te zijn als longfunctieanalist. Jaren later, komt het gewoon ontzettend goed van pas, wie had dat gedacht!?
Mijn opleiding heb ik vanuit die brede en diepe kennis opgezet. Geen ‘leer sessies geven’ en klaar, maar leer begrijpen wat er gebeurt, leer hoe dit werkt in het lichaam én in de energie, leer voelen wat er gebeurt en koppel dat aan elkaar. Weet hoe je iemand echt kunt helpen, op die diepere laag én heel praktisch. In mijn opleiding komen weten en voelen samen, dat vind ik er zo mooi aan.
Even terug naar die toevalligheid waarmee breathwork op mijn pad is gekomen. Als ik terugkijk zijn er nog veel meer mooie dingen op deze manier op mijn pad gekomen. Mijn man heb ik ontmoet omdat ik ergens voor uitgenodigd werd – het was omslachtig om erheen te gaan, maar het voelde goed en vervoer bleek zo geregeld. Mijn man zelf voelde ook dat hij daar naartoe moest, ook al was het voor hem niet logisch daar te zijn. Et voilá. Op het moment van schrijven zijn we 14 jaar samen en 8 jaar getrouwd.
We willen zo vaak precies weten wat we willen, hoe de toekomst eruit zal gaan zien, met wie we die doorbrengen, noem het maar op. Maar had ik kunnen bedenken of zelfs durven dromen dat ik nu sta waar ik sta? Nee, echt niet! Ik had niet eens het idee dat dit mogelijk was.
Natuurlijk is het fijn om enige richting te hebben en te weten (voelen!) waar jij gelukkig van wordt. Inmiddels geloof ik ook dat we niet ons hele levenspad vooraf uit kunnen stippelen, dat wordt met de tijd blootgelegd. Hoe meer je met verwondering om je heen kijkt, je gevoel volgt wanneer het je zegt dat je ergens moet zijn of iets moet doen, hoe meer je ook kan worden geholpen hierbij.
23
In het jaar 2020 zag ik Poseidon. Echt waar. Ik zal je er meer over vertellen, want hoewel dit nog steeds deels voelt als een ‘dit meen je niet’-verhaal, was het echt ongelofelijk mooi! Bovendien zou mijn verhaal niet compleet zijn (tot nu toe) zonder dit gedeelte, spiritualiteit heeft namelijk ook een belangrijke plek in mijn leven.
Mijn eerste onderneming heb ik in 2019 verkocht om alle ruimte te hebben om een nieuwe weg in te slaan. Ondernemen kon ik wel, maar helemaal overnieuw beginnen had ik toch wel een beetje onderschat. Ik kwam erachter dat ik mijn eerste onderneming vooral had geleid vanuit ‘moeten’, de schouders eronder en door, content maken, marketing, al-tijd maar ‘aan’ staan. Dat wilde ik niet meer, ik vond het zelfs vreselijk om al die strategieën weer los te laten op mijn nieuwe onderneming.
Via een businesscoach kwam ik terecht bij een healing retreat in Griekenland. Zodra ik de omschrijving las, begon ik spontaan te huilen. Dit klopte. Maar, kon dat wel zomaar? Naar een retreat zonder mijn zoontje (die toen 2 jaar was)? Terwijl mijn inkomsten ook nog niet waren wat ik had gehoopt.
Ik ben toch gegaan. Zeker na het horen van de ervaringen van iemand die onlangs op hetzelfde soort retreat was geweest, voelde ik aan alles dat ik daar moest zijn. Dus zo kwam het dat ik tijdens een healing sessie op een rots in Griekenland lag en daar Poseidon zag. Het was bizar en voelde 100% echt, terwijl mijn hoofd me vertelde dat dit ‘toch echt niet waar’ kon zijn.
Je zou misschien denken dat we bepaalde middelen gebruikten tijdens dit retreat, maar dat was absoluut niet het geval. Je ging gewoon liggen en de healer zette muziek op en deed vervolgens waar ze zo goed in was. Ik blijf het bijzonder vinden hoeveel emoties en beelden er in zo’n sessie omhoog konden komen. Je ziet tenslotte niet elke dag een Griekse god…
Tijdens de sessie vertelde Poseidon me ook nog eens dat ik de volgende dag naar boven, de berg op, moest lopen. Ik besloot hem maar te zeggen dat ik dat zou doen, natuurlijk was ik benieuwd en natuurlijk ging er door me heen dat er een kans bestond dat ik op die berg zou staan en letterlijk niets zou voelen.
Maar hey, ik was hier voor mezelf, dus ik ben de volgende dag naar boven gelopen. Op de betreffende berg vond je kasteelruïnes en daar aangekomen kreeg ik een prachtige boodschap: Where heaven and earth collide, is where you should be.
Voor sommigen misschien vaag, maar voor mij een glasheldere boodschap die betrekking had op alles. Bovenal op het werk wat ik hier te doen heb.
Geloofde ik het? Nee… Niet meteen. Mijn kritische mind is nogal sterk namelijk. Ik besloot dus aan het universum te vragen of het, als dit allemaal echt was, mij een dolfijn wilde laten zien. Liefst een springende. In mijn ogen was de kous daarmee af, want waar zie je nou zomaar een dolfijn terwijl je niet ver het water op gaat? Er was natuurlijk een kans dat ik ineens een afbeelding van een dolfijn zou zien, maar toch.
Tijdens de laatste dag van dit retreat mocht ik zelf een breathwork sessie geven aan een aantal deelnemers en toevallig deden we dat op een steiger aan zee. Toen ik daar aan kwam lopen was er al een dolfijn te zien (waar ik toen nog niet eens bij stilstond, ik vond het gewoon heel gaaf om een dolfijn te zien). Op het moment waarop ik de breathwork sessie aan het uitleggen was aan de deelnemers, en ik de enige was die met haar gezicht naar de zee zat, sprong de dolfijn ineens uit het water! Ik ben er nog van onder de indruk en terwijl ik dit schrijf lijkt het ook wel een droom die te mooi is om waar te zijn, maar het is toch echt gebeurd.
Voor mij is dit het punt geweest waarop ik ben gaan geloven dat er echt meer is dan alleen dat wat we zien.
24
Er zijn van die gebeurtenissen in je leven die een blijvende indruk achterlaten en die enerzijds je hele wezen opschudden, en waarbij anderzijds alles ook gewoon is zoals het altijd al was. Ergens had ik na die spirituele openbaring in Griekenland gehoopt dat alles nu écht anders zou zijn. Mijn hele perceptie van spiritualiteit was veranderd, verdiept, verrijkt. Maar in de tussentijd was ik nog steeds gewoon mezelf en was mijn leven natuurlijk ook nog hetzelfde.
Heel eerlijk? Mijn gewone leven voelde hierdoor juist ongelofelijk saai. Al die alledaagse dingen die moesten, al die stappen die je toch gewoon moet zetten om iets te realiseren. Het was alsof er een berg te beklimmen viel om mijn leven aan te laten sluiten bij die ervaring die ik had gehad. Maar hoe doe je dat wanneer het leven gewoon doorgaat?
Ik begon te zoeken naar manieren om nóg meer van die spirituele ervaringen te krijgen. Nog vaker helemaal opgaan in een wereld die overduidelijk niet hier op aarde was. Dus: meer healing sessies, meer breathwork sessies, inclusief frustratie als die mooie ervaring maar niet kwam.
En zo begon ik ongemerkt te vluchten naar een ‘mooiere’ wereld, weg van het daadwerkelijke leven wat me hier te wachten stond. Eigenlijk was ik het echte werk gewoon aan het vermijden. Een subtiele valkuil, maar wel een waar je liever niet in trapt.
Niet voor niets is er het gezegde: Chop wood, carry water
Dat wil zeggen dat het meest betekenisvolle werk ‘m vaak zit in het dagdagelijkse. Dát had ik zelf ook te leren. Elke dag weer mocht ik juist op komen dagen voor mezelf, mijn leven, mijn gezin, mijn bedrijf. Op een manier die mij dient. Niet doen om te doen, niet vanuit moeten. Maar vanuit verbinding met mezelf, vanuit alignment.
Om daarin die keuzes te maken die ertoe doen, om zo telkens de verandering door te voeren die maakt dat alles steeds beter aansluit bij wie ik ben en wat ik bij wil dragen.
Gelukkig zijn in het nu, precies waar je staat, ook als alles nog niet helemaal klopt is eigenlijk minstens even mooi als die ene spirituele ervaring. Die ervaring is bijzonder en heeft zeker een soort poort geopend naar mezelf en alles om me heen. Maar het is geen must om het leven ten volste te kunnen ervaren. Voor mij zit dat ‘m veel meer in de verbinding die ik dagelijks voel met mezelf, de mensen om me heen, de natuur, de kleine wonderen.
Dat er, op het moment waarop ik voel dat mijn agenda toch echt te vol is, een afspraak wordt afgezegd.
Dat ik ergens mee zit en er dan precies op dat moment een prachtige vogel voorbij vliegt of een hert het pad oversteekt.
Dat ik ervan droom om weer eens naar een bepaald land te reizen en ik een aantal weken later word uitgenodigd om daar mee naartoe te gaan.
Dát is voor mij de echte magie.
25
Mijn man is laat thuis. Heel laat zelfs. Gelukkig hoor ik nu eindelijk de voordeur. Hij is alleen maar gaan trainen en dat duurt normaal niet zo lang, zelfs niet wanneer hij nog even blijft kletsen na afloop. Ik weet het eigenlijk ook niet meer en ik twijfel aan mezelf. Ik ben toch niet gek? Ik maak me elke keer zorgen wanneer hij weggaat, of hij zichzelf dan niet iets zal aandoen. Een ruk aan het autostuur is immers zo gegeven en zijn ogen draaien vaak zo vreemd weg.
Ons zoontje is nog geen jaar oud en mijn man is aan het wegzakken in een diepe, ja wat is het eigenlijk, het wordt een depressie genoemd maar het is meer dan dat. Functioneren doet hij eigenlijk niet meer en thuis loop ik op eierschalen. Mijn aanwezigheid triggert hem vaak al en ik probeer me enerzijds onzichtbaar te maken en anderzijds harder voor mezelf en onze zoon op te komen dan ooit. Helpen kan ik hem niet, hoe hard ik dat ook probeer. De enige steun die ik ervaar is dat ik mezelf ook ooit zo slecht heb gevoeld, dat ik veel punten die hij noemt herken uit een eigen herinnering.
Het blijkt dat hij inderdaad die avond heel erg diep heeft gezeten. Gelukkig heeft hij zichzelf niets aangedaan, maar dat iemand daar zo dichtbij kan zijn maakt me ontzettend angstig. Het voelt alsof mijn wereld instort, terwijl die van hem eigenlijk ook al is ingestort. Ik vertel mezelf dagelijks dat ik vooral niet kan omvallen, want ik ben degene die het nog enigszins kan dragen. Ook al kost het steeds meer moeite om mezelf staande te houden, een goede moeder te zijn, mijn onderneming draaiende te houden en, oja, er ook nog voor mezelf te zijn.
Deze hele situatie is slopend. Het moederschap heeft mijn fundering al op zijn grondvesten laten schudden, in positieve zin natuurlijk, maar makkelijk is het niet. Nu komt dit er nog bij.
Ik merk dat hij me steeds meer triggert. In deze periode, waarin het niet goed met hem gaat, maar ook in de zware periodes die hierna nog volgen. Ik kan je vertellen dat het gedrag van iemand waar het niet goed mee gaat sowieso niet prettig is, maar het is enorm confronterend. Er wordt letterlijk op al mijn knoppen gedrukt en ik besef dat ik hier iets mee moet. Tevergeefs heb ik hem natuurlijk al proberen te veranderen en als schuldige aangemerkt (hoe durft hij mij zo te triggeren, ik probeer hem alleen maar te helpen!).
Ik weet niet wat zwaarder is. Als het met jezelf niet goed gaat dan zit je daar middenin en word je een soort van geleefd, dat is loodzwaar en heb ik natuurlijk ook al enkele keren meegemaakt. Maar als het met iemand waarvan je houdt niet goed gaat en jij mag de boel dragen terwijl je hulpeloos toe staat te kijken, dat vind ik minstens even moeilijk. Je kunt het niet voor de ander fixen, alleen liefdevol aanwezig zijn, je grenzen aangeven en vooral naar jezelf kijken.
Weggaan wil ik namelijk niet, ook al hebben meerdere mensen me het advies gegeven om dat wel te doen. Niet als het zo slecht met hem gaat, al roept mijn systeem heel vaak ‘wegwezen hier, dit trek ik niet!’. Uiteindelijk maak ik de keuze om éérst al die triggers in mezelf aan te kijken voordat ik een weloverwogen keuze kan maken om weg te gaan of te blijven. Als iets me niet meer raakt, kan ik er pas neutraal naar kijken, lijkt me.
26
Sessie na sessie ben ik vervolgens aangegaan bij een goede, energetische coach waar ik veel vertrouwen in had. Zodra ik het weer even moeilijk had, maakte ik een afspraak. Soms eens in de twee weken, meestal eens per maand. Telkens om datgene aan te kijken, wat mijn man in me triggerde.
Wat vond ik het stom dat ik degene was die hulp moest zoeken om met ZIJN probleem om te gaan. Eigenlijk was dat pure weerstand uit mezelf om datgene aan te kijken wat al lang voordat mijn man die triggerde in mij bestond…
Dit is ook waarom ik triggers zo fascinerend vind én zo belangrijk om ze aan te kijken. In je volwassen leven ontstaan er maar weinig nieuwe pijnpunten, tenzij je iets traumatisch meemaakt. Datgene waarin je wordt geraakt komt in het overgrote deel van de gevallen voort uit een pijn van vroeger – een situatie waarin niet voorzien werd in jouw behoeften, op een moment waarop je dat ook niet voor jezelf kon doen.
Het zijn meestal juist de moeilijkere periodes in je volwassen leven die van je vragen die alsnog allemaal aan te kijken. Bijvoorbeeld als je zelf ziek wordt, als je je baan verliest, als je gaat ondernemen, als je moeder wordt, verhuist, reist, of… als het met een naaste wat minder goed gaat en die op jouw knoppen drukt.
Hoe moeilijk of pijnlijk het ook is, het zijn toch echt uitnodigingen om die pijn nu wél los te laten. Om nu wél te leren hoe je aan die behoefte kunt voldoen, voor jezelf. En om zo je systeem te reguleren en elke keer een stap dichter bij jezelf te komen. Dat maakt het zo mooi en zo effectief.
Mede hierdoor zijn de periodes waarin het met mijn man slecht ging, ook voor mij heel goed geweest. Anders was er maar weinig noodzaak geweest om die oude ballast los te laten, en dan doe je dat dus niet (weet ik uit ervaring).
27
De finish is in zicht en ik voel hoe de tranen in me op beginnen te wellen. Ik loop inmiddels in het plaatsje Obernai in Elzas en ineens daalt alles op me in. Mensen juichen voor iedereen die binnenkomt, er hangen overal vlaggen, en dan ben ik er ineens.
Ik heb gewoon 50km hardgelopen. Over trails, met een heleboel hoogtemeters.
Ben ik dit? Heb ik dit écht gedaan? Ik kan alleen maar huilen van geluk.
De mensen om me heen vragen of het wel gaat en denken dat ik huil omdat het een zware tocht was. Ze moesten eens weten!
Al een hele tijd voelde ik het kriebelen om weer te gaan hardlopen. In zwemmen heb ik helemaal geen zin meer, maar hardlopen trekt me echt. Het is pas 2 jaar geleden dat een deelnemer aan één van mijn retreats tegen me zei: ‘Nou, met het tempo waarop jij wandelt, kun je ook prima trailrunnen hoor!’
Tot die tijd was er in mij een stem die zei: ‘Nee, doe dát nou maar niet. Jij kunt geen maat houden met sporten, dan ga je weer te ver en te hard. Dan ga je over je grenzen heen en ben je weer terug bij af.’
Die ene opmerking heeft me aangezet om dan toch eens een paar hardloopschoenen aan te trekken en het gewoon te gaan proberen. Want misschien, heel misschien, was ik nu in staat om wél op een gezonde manier met sport om te gaan. Vanuit plezier, in plaats van moeten. Vanuit genieten, in plaats van presteren.
En wat blijkt? Ik kan het!! In 2023 loop ik voor het eerst een trailrun van 25km, in Wales, en dat smaakt naar zoveel meer.
Natuurlijk ga ik weleens te hard of train ik weleens teveel. Maar mijn lichaam herstelt gewoon! Als je jarenlang ziek bent geweest en van één dag iets teveel doen al een week moest bijkomen, dan is het heel bijzonder om dit te ervaren. Bijzonder, maar ook nodig. Want die angst om weer in te storten zodra ik mijn lichaam teveel uitdaag, mocht nog los worden gelaten.
28
Het is zomervakantie. Mijn zoontje is alweer 6 en ik ben, op 3 dagen na, de hele zomervakantie vrij van mijn werk. Goed, ik heb mezelf vrij gegeven, want ik ben als ondernemer degene die dat bepaalt, maar het voelt heel fijn.
We hebben een prachtige vakantie achter de rug in Scandinavië en ook nu we weer thuis zijn, gewoon aanrommelen in en om het huis en af en toe een uitstapje, merk ik ineens een verandering die er een jaar eerder nog niet was.
Ik ben gewoon zo gemakkelijk in het moment! Ik pak niet steeds mijn telefoon. Ik maak me geen zorgen. Er zijn tig dingen waar mijn aandacht naartoe zou kunnen gaan, dingen waar ik me druk om zou kunnen maken omdat echt niet alles in mijn leven in kannen en kruiken is. Maar ik voel me gewoon oké.
Wat is dit een verademing. Voorheen vertelde ik mezelf altijd dat ik ‘ná deze periode’ wel weer rust zou vinden. Dan zou ik kunnen ontspannen. Die rust kwam dan wel, maar was altijd te kort voordat de volgende uitdaging zich weer voordeed.
Er borrelde al jaren iets in me, zo’n gevoel wat steeds iets harder begint te knagen. Een ‘niggle’ heet dat zo mooi in het Engels. Stel nou dat ik me ook gewoon verbonden en ontspannen kan voelen als niet alles goed loopt? Dat ik vertrouwen kan blijven houden. Dat ik natuurlijk wel in staat ben om een oplossing te vinden waar dat nodig is, maar dat ik in de basis toch heel snel terug kan schakelen naar de rust in mezelf.
Want één ding weet ik zeker: als ik me ergens enorm druk om maak, dan heeft dat nog nooit bijgedragen aan het vinden van een goede oplossing. Het helpt gewoon niet, het werkt alleen maar tegen me.
Het feit dat ik me nu steeds rustiger voel geeft me de bevestiging dat dit inderdaad mogelijk is en dat ik op de goede weg ben.
Meteen begin ik te reflecteren (ja, mijn hoofd wil dit soort dingen dan toch graag begrijpen), wat heb ik nou eigenlijk gedaan dat dit zo is? Na een heleboel innerlijk werk in de voorgaande jaren, had ik weliswaar veel meer energie gekregen, maar mijn zenuwstelsel kon toch nog flink ontregeld reageren. Niet dat dat 100% weg is, maar het wordt beter en beter en soms heb je van die momenten waarop je dit ineens écht ziet.
Pas toen ik me verder begon te verdiepen in het zenuwstelsel en het reguleren daarvan, zag ik hoe ik samen kon gaan werken met mijn zenuwstelsel. Ik ben heel regelmatig, gewoon op een speelse manier, aan het oefenen geslagen met reguleren. Met name door mijn ademhaling in te zetten, maar ik neem het ook mee wanneer ik bijvoorbeeld ga hardlopen, een wandeling maak, eten kook, enzovoorts.
Ik check hoe mijn lichaam erbij staat. Staan mijn kaken strak? Voel ik spanning in mijn nek? Hoe adem ik nu? Razen er emoties door me heen, zit ik ergens mee? In hoeverre sta ik ‘aan’ en past dat ook bij wat nodig is om nu optimaal te functioneren? Het zijn geen vragen die ik mezelf letterlijk stel, maar wel dingen die ik zo nu en dan check wanneer ik merk dat er iets wat minder fijn voelt.
Er is een verschil tussen de diepte in duiken wanneer je een overtuiging tegenkomt (wat heel helpend is), en je zenuwstelsel de input geven dat je veilig bent (wat ook heel helpend is). Beide zorgen ervoor dat je jouw basis van veiligheid verbreedt en sneller kunt aanspreken, je komt letterlijk meer thuis in je lijf en bij jezelf.
29
Ben ik nu dan ‘af’? Klaar met groeien? Weet ik alles?
Nee! Zeker niet. Ooit wilde ik dolgraag op dat punt uitkomen, maar ook dat was een vorm van controle willen hebben vanuit mijn hoofd. Inmiddels geloof ik dat je een heel leven lang leert en ik ben echt nog lang niet klaar met Leven (met een hoofdletter!).
Mede daardoor ben ik meer en meer gaan omarmen dat ik niet weet wat me te wachten staat. Dat zich altijd iets voor kan doen wat me raakt, waardoor ik het even niet meer allemaal weet, wat emoties vrijmaakt. In ieder geval heb ik de tools en de mensen om me heen die me daarbij kunnen helpen wanneer het zo ver is.
Ik hou ervan om mensen hierbij te helpen.
Enerzijds om die diepere lagen aan te kijken en oude ballast los te laten, wat ik onder andere doe in mijn coaching en breathwork sessies.
Anderzijds om ze te helpen met reguleren in het dagelijks leven, ze te leren voelen, stil te staan en zo steeds meer vertrouwen te krijgen. Om ze te laten zien dat dat echt niet zo moeilijk hoeft te zijn als ze vaak denken, maar dat ze alleen maar voor zichzelf op hoeven te komen dagen.
Niet alleen doe ik dat, ik leid ook anderen op om hetzelfde te kunnen doen met hun ademhaling als uitgangspunt. Om breathwork facilitator en ademcoach te worden, met een brede en diepgaande basis.
Ik geniet van het schrijven, heb nog heel wat ideetjes voor nieuwe boeken die ik wil uitbrengen. En ik geniet ervan te zien hoe de boeken die ik al heb geschreven anderen nog steeds helpen om verder te groeien in hun leven.
Daarnaast heb ik ook enorm veel plezier in het begeleiden van auteurs bij het schrijven en uitgeven van hun eigen verhaal. Want verhalen, die zijn er om te worden gedeeld, om anderen te inspireren.
Ik heb geleerd dat ik echt mag leven op een manier die voor mij werkt, waar ik oprecht gelukkig van word. En mijn lijf? Dat laat me weer zien hoe goed het daar op gaat! Niet alleen voel ik me gewoon echt fit, geniet ik van mijn gezin en het moederschap, ook ben ik inmiddels in staat om ultra trailruns van 50km en meer te lopen. Om lange tochten in de bergen te maken, soms zelfs 150km in 6 dagen grotendeels rennend af te leggen.
Bovenal ben ik heel erg blij dat ik continu blijf luisteren naar mijn innerlijke stem, die me vertelt waar ik heel erg blij van word, die me laat zien wat er mogelijk kan zijn.
…want stel nou toch dat ik me erbij had neergelegd dat ‘ik nooit meer beter zou worden’? Dat was pas écht zonde geweest.
Dankjewel!
Dankjewel voor het lezen van mijn verhaal!
Ik hoop oprecht dat ik je hiermee heb kunnen inspireren. Dat ik je nieuwsgierig heb gemaakt naar je eigen gevoel en naar je zenuwstelsel en dat dit je uitnodigt om nog eens na te gaan wat JOUW innerlijke stem eigenlijk te vertellen heeft.
Heb je het gevoel dat ik je zou kunnen helpen? Of dat nu is bij een stukje in jouw persoonlijke proces, in mijn opleiding tot breathwork facilitator en ademcoach, of juist bij het schrijven van jouw boek?
Neem gerust contact met me op, ik denk (en voel) graag met je mee!
Er is zo veel meer mogelijk dan je denkt.
Liefs,
Marinka
